Neyts: Splitsing is geen mirakeloplossing

Brussel Deze Week 22/05/03 uittreksel

De Vlamingen zijn in B-H-V twee zetels kwijt aan de Franstaligen. De verhouding in 1999 was 11/11, nu is dat 9/13. De zetels van CD&V en Agalev gaan naar MR en PS. (…)
Vooral de Nieuwe Belgen en de Belgen die stemmen in het buitenland zouden daar verantwoordelijk voor zijn.

Maar die uitleg klopt niet, zegt VUB-politicoloog Kris Deschouwer. Het staat immers vast dat het aantal Vlaamse stemmen in Brussel-Halle-Vilvoorde niet is gedaald. De reden voor het Vlaamse zetelverlies moet volgens Deschouwer gezocht worden bij de zetelverdeling. De versnippering aan Franstalige kant is kleiner, de partijen zijn er groter, het is dus logisch dat ze sneller een zetel binnenhalen.
Simone Creyf (CD&V) blijft toch voorstandster van een splitsing van de kieskring in een tweetalige kring Brussel en een homogeen Vlaamse kring Halle-Vilvoorde.
VLD-kopstuk Annemie Neyts loopt daar minder warm voor: “Ik heb ooit nog gezegd dat ik bij een splitsing verhuis naar de Rand. Er zijn genoeg VLD-afdelingen in mij geïnteresseerd… Van de 25.000 stemmen die ik deze verkiezingen heb gehaald, haal ik er maar 5.131 in het BRussels Gewest. Dat is een betere score dan in 1999, maar het is te weinig om te overleven. Je zou al moeten beginnen met een gegarandeerde vertegenwoordiging, maar dan zit je met moeilijke onderhandelingen met de Franstaligen, zeker als je weet dat het Blok de grootste partij in Brussel is. Een splitsing zal de Franstalige partijen ook niet tegenhouden om in Halle-Vilvoorde lijsten in te dienen. Ik ben niet tegen een volwassen gesprek hierover met de Franstaligen, maar het is nog maar de vraag of het voor de Vlamingen wenselijk is.”

Over Beysen, de partij, de verruiming, etc

Moesten we Beysen dan soms de partij cadeau doen?

Niet alle traditionele liberalen zien de verruiming van de VLD met lede ogen aan. Dat zegt federaal minister Annemie Neyts, zelf een van de ‘donkerblauwen’.

 

Knack 29/01/03 uittreksels

We ontmoeten Annemie Neyts, officieel minister toegevoegd aan de minister voor Buitenlandse Zaken, belast met landbouw, daags na de verkiezingen in Nederland. Voor het fenomeen Wouter Bos staat ze in bewondering: ‘Een droom-kandidaat, sympathiek, oogt goed; wauw’. Dat Louis Tobback, vroeger, bekend om zijn boutade dat paars per definitie bont en blauw eindigt, recnt de liefde verklaarde aan de paars-groene regering bij ons, is dan weer “een belangrijke aanwinst, welcome on board’. Maar we moeten het op de eerste plaats hebben over de dissidentie in haar eigen partij, met name over europarlementslid Ward Beysen, die op 18mei met zijn Liberaa1 Appel apart naar de kiezer trekt.

U hebt tijdens uw lange politieke carrière ook wel eens met scheurlijsten te maken gekregen. Wat is uw ervaring op dat vlak?
ANNEMIE NEYTS: Vooraf: ik was er als piepjonge militant al bij in .1972, op het stichtingscongres .van de PVV.. Zonder da t ik dat ooit met zoveel woorden heb gezegd, behoor ik dus duidelijk tot het kamp van de donkerblauwe ‘stamboomliberalen’. Maar ik vind ook dat om op de toekomst van Vlaanderen te kunnen wegen de partij moet groeien, en dat dit alleen kan door de partij open te stellen voor andere, ‘niet.stamboomlibera1en’. Maar Wat ik in de loop der jaren geleerd heb, eerst, in de tweede helft van de jaren.’80, als partijvoorzitter en later ook als lid van de statutaire commissie, is dat scheurlijsten de partij weliswaar schade toebrengen – elke stem voor de scheurlijst is een stem minder voor de moederpartij – maar zelf nooit ofte nimmer ergens toe leiden.

Op welke inhoudelijke grond beroepen aanvoerders van scheurlijsten zich meestal?
NEYTS: De klassieke benadering is: ik heb mijn partij niet verlaten, mijn partij heeft mij verlaten.. Vaak gaat het echter om mensen die moeilijk met anderen kunnen samenwerken. Máar ook in een liberale partij, moet je, net als elders, een evenwicht tot stand brengen tussen wat jij voor de partij kan doen en wat de partij voor jou kan doen.
Mensen beginnen doorgaans met een scheurlijst als ze vinden dat hun partij niet meer genoeg voor hen doet. Dat is nu bij Beysen het geval, en bij Leo Goovaerts (de gewezen penningmeester van de VLD, die op 18 met een eigen senaatslijst uitpakt), tsja, bij hem primeerde in feite altijd de vraag wat de partij voor hem kon doen.

Vaak geven peroonlijke ambities, veeleer dan inhoudelijke wrevel, de doorslag?
NEYTS: Gisterenavond hield ik voor de VLD Ganshoren, een zeer vertrouwd publiek, één van mijn nieuwjaarstoespraken. Ik herinnerde hen aan het revolutionaire stichtingscongres van de PVV, dat over ethische thema’s handelde: de verwijdering van abortus uit het strafwetboek, het beëindigen van de discriminatie van homoseksuelen, en ik geloof ook al euthanasie. Welnu, de strijd voor het in praktijk brengen van die resoluties heeft dertig jaar geduurd, wat betreft de afschaffing van de discriminatie van homoseksuelen is hij nog niet helemaal gestreden. Dan is het toch niet ernstig als Beysen klaagt dat hij op het Novembercongres amendementen had ingediend, ‘maar de partij er niets mee gedaan heeft’. Op een congres dat amper acht weken geleden plaatsvond! Hier zijn dus andere motieven in het spel, er kan dan ook geen misverstand bestaan over wie wie verlaten heeft: Ward heeft ons de rug toegekeerd.
Kunt u als stamboomliberaal geen begrip opbrengen voor de ontevredenheid in uw partij over een verruiming die, niet alleen door Ward Beysen, als een profielvervaging werd ervaren?
NEYTS: Ik dacht dat we allemaal vonden dat we moesten groeien. Nu kun je groeien via natuurlijke aangroei: liberalen die veel kindjes maken, die dan hopelijk voor liberalen zullen stemmen. Of je kunt groeien door nieuwe mensen aan te trekken. Dat hebben we gedaan en ik heb daar geen enkele moeite mee. Als voorzitter van de Liberale Internationale ben ik ze zo ook in geslaagd het politieke gewicht van die organisatie te doen toenemen. Onder mijn impuls moeten politieke partijen nu nog slechts aan drie criteria voldoen om toe te treden: ze moeten zelf vragen om te mogen toetreden, ze moeten onze twee basismanifesten goedkeuren, en ze moeten hun bijdrage betalen. Zodra die voorwaarden vervuld zijn, zijn ze welkom. Aanvankelijk heerste er bij de Liberale Internationale de mentaliteit: wie van ons is hier het meest liberaal? Maar op het eind houd je niemand over. Hetzelfde geldt voor de partij. Ik ben liberaal uit overtuiging, maar als we politiek iets willen betekenen, moeten we groter worden, en daarvoor, in het Engels, you have to do what it takes.
(….)

Maar pas sinds de afscheuring van Beysen lijkt de VLD er rekening mee te houden dat ze de verkiezingen ook kan verliezen.
NEYTS: In die zin is het misschien een zegen bij een vloek, dat diegenen bij ons die dachten dat het ál in de sacoche was, nu hebben ingezien dat dit niet zo is. Soms lijkt men te vergeten dat stemmen één per één behaald moeten worden, en dat verkiezingen niet over het verleden maar over de toekomst gaan. Deze regering heeft belangrijke verwezenlijkingen op haar conto, maar de VLD zal een wervend project moeten aanbieden om de mensen te overtuigen ook de komende vier jaar op ons te stemmen. Volgens de media stond het voor de liberalen al vast dat ze met deze meerderheid zouden doorgaan. Alleen die kleine formaliteit nog; (lacht) Als er één partij is die weet dat verkiezingen geen formaliteit zijn en dat je zeer op je hoede moet zijn met opiniepeilingen, dan is het de VLD wel.
Heeft de partijtop voldoende gedaan om Ward Beysen bij de club te houden ?
NEYTS: Redelijkerwijs is al het mogelijke gedaan om hem erbij te houden. Maar Beysen had mentaal al afstand genomen.
De voorzitter. is nooit mild geweest in zijn oordeel over Beysen.
NEVTS: Karel is zoals hij is, nogal vierkant, en ook Beysen weet dat. Maar we hebben Karel verkozen – ik in ieder geval, ik weet niet wat Ward heeft gedaan – en ik was heel blij dat hij bereid was de partij voor te zitten. Het is natuurlijk de taak van de voorzitter om de zaak bij elkaar te houden, Maar hij moet ook eerlijk zijn. .Karel zegt wat hij denkt. Trouwens, er bestaat ook een gevaar van discrepantie, als de voorzitter teen paar handschoenen aantrekt voor wie zich lastig opstelt, en de anderen strak. in het gareel houdt. Karel is niet geneigd tot zulke discrepanties. Maar dat hij tot het allerlaatste moment, rechtstreeks en via-via,. met Ward is blijven praten, dat weet ik, Wat kon hij nog meer doen? Beysen de partij cadeau doen misschien?

Waarom klinkt er dan toch redelijk wat kritiek op de handelwijze van de voorzitter?
NEYTS: Het is altijd hetzelfde. Als het goed gaat, is dat de verdienste van iedereen behalve de voorzitter. Als het misloopt, is er maar één persoon die verantwoordelijk is. Ik kan ervan meespreken. Dat is nu eenmaal het fatum van een partijvoorzitter. Frans Grootjans heeft het ooit gezegd: het is eenzaam aan de top van de partij.

Samengevat: er valt Karel De Gucht niets te verwijten?
NEYTS: Nee. Soms denk ik ook, dit zou ik anders geformuleerd hebben. Maar wij hebben Karel verkozen om de zaken namens ons te formuleren. De kritiek is soms te gemakkelijk. Toen we in de regering stapten, hadden we een partijvoorzitter nodig. De meesten van ons waren toen wat blij dat Karel het wilde doen, te meer daar hij op dat moment goede redenen had om zelf een ministerportefeuille te ambiëren. Bon, dat men hem dan nadien niet verwijt dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt.
(…)

HAN RENARD

Zoek de vrouw

KNACK 3 juli 2002 (uittreksel)

Annemie Neyts was de eerste politica die niet met alle macht wou verhullen dat ze een vrouw was.
Begin jaren tachtig zorgde Annemie Neyts (VLD), vandaag minister toegevoegd aan Buitenlandse Zaken, voor een trendbreuk in de nog overwegend mannelijke politieke wereld. Ondertussen heeft ze bewezen dat ze het spel mee kan spelen én effende ze het pad voor generaties vrouwen in de politiek.

In 1985 hingen overal affiches waarop u zich stond te schminken. Had u verwacht dat die campagne zoveel impact zou hebben?

Annemie Neyts: “Dat had nog niemand me voorgedaan. We hadden een campagne uitgewerkt met Annemie luistert.. .Annemie antwoordt.. .Annemie beslist.. Annemie Brusselt en Annemie.. Zo ging ik ook te werk: eerst het probleem bekijken, een oplossing zoeken en dan pas beslissingen nemen. En daarnaast was ik een Brusselse en een vrouw. Voor het luik “Annemie” maakten we een foto waarop ik me voor de badkamerspiegel opmaakte. De meeste vrouwen vonden het prachtig dat een politica voor één keer niet met aIle macht wou verhullen dat ze een vrouw was“.

Zou u vandaag campagne voeren met een close-up van uw benen. zoals Freya Van den Bossche heeft gedaan?

Neyts: “Vandaag durven vrouwen in de politiek meer voor hun vrouw-zijn uit te komen. Sommigen overdrijven. maar iedereen moet zelf zijn grenzen vastleggen. Zelf zou ik mijn benen niet op een verkiezingsaffiche zetten – en die van mij mogen ook gezien worden. Maar de één is wat exhibitionistischer dan de ander. En Freya Van den Bossche blijkt toch wel een exhibitionistisch trekje te hebben. al heeft ze duidelijk ook inhoud“.

Wordt een politica anders beoordeeld dan haar mannelijke collega’s?

Neyts: “Een vrouw die zonder franjes zegt wat ze denkt. wordt snel als agressief bestempeld. Bovendien klinkt een kreetje van een mannelijke politicus altijd luider dan een uitspraak van een vrouw. Ach. ik heb pas vrij laat ontdekt hoe onvoorstelbaar mededogend mannen voor elkaar zijn. Ze vergeven zo makkelijk elkaars zwakheden“.

Anno 2002 is er blijkbaar nog steeds een wet nodig om vrouwen boven- aan de lijst te verplichten.

Neyts: “We moeten partijen het excuus uit handen slaan dat ze geen vrouwen vinden. Nu zullen ze vrouwen moeten gaan zoeken“. (…)

Zou uw carrière anders zijn verlopen mocht u een man geweest zijn ?

Neyts: “Ik denk niet dat ik het dan gemakkelijker had gehad. Alleen toen Guy Verhofstadt jaren geleden het VLD-voorzitterschap van me wou overnemen. zou ik als man misschien meer steun gekregen hebben. Omdat het een strijd tussen een man en een vrouw was, vonden de meesten het vanzelfsprekend dat ik een stap terug zou zetten.”

Is België rijp voor een vrouwelijke premier?

Neyts: “Ik hoop dat Guy Verhofstadt nog een tijd premier blijft. Maar er zou zeker een vrouwelijke regeringsleider kunnen opstaan. AI zie ik niet meteen iemand onder het huidige politieke personeel. Minister van Tewerkstelling Laurette Onkelinx (PS) misschien?

Handelsmissies zijn geen plezierreisjes

Burgerkrant april 2002 (Gunter Joye)

‘De pers die mee op handelsmissie gaat, pikt er uiteraard de leuke momenten uit. Het is immers weinig telegeniek om een vergadering van vier uur in beeld te brengen. De diners en toeristische uitstapjes leveren uiteraard veel leukere plaatjes op. Maar één en ander creëert wel een verkeerd beeld naar de publieke opinie toe.’ Aan het woord is Annemie Neyts die regelmatig in het gezelschap van koninklijk bloed de wereld rondtrekt. En ze heeft er een absolute hekel aan dat critici de handelsmissies in het kader van Buitenlandse Handel als geldverslindend en onzinnig bestempelen.

‘Handelsmissies zijn geen plezierreisjes. Het is hard werken en daarenboven zelfs noodzakelijk voor onze bedrijven die handel voeren‘, stelt Annemie vol overtuiging. Buitenlandse handel is een essentieel onderdeel van onze economie. België is één van de grootste exporteurs als je het bevolkingaantal in ogenschouw neemt. Op de wereldranglijst nemen we zelfs de 11de plaats in. En voor Maleisië, 19de op die ranglijst, zijn we een belangrijke partner, vandaar de meest recente handelsmissie.

We zijn naar Maleisië getrokken met een delegatie van ruim honderd mensen. Waarvan ruim driekwart bedrijfsleiders, de rest journalisten en de officiele delegatie. In totaal zijn er zowat 450 bedrijfscontacten geweest. Dat in combinatie met talrijke politieke contacten en werkvergaderingen. De momenten waarbij de benen onder tafel worden geschoven of er een toeristisch uitstapje op het programma staat, zijn dus veeleer schaars‘, licht Annemie Neyts toe.

Volgens onze minister is het algemeen belang van dergelijke handelsmissies ook niet te onderschatten.

Ten eerste is het belangrijk voor die Belgische bedrijven die reeds met het land handel drijven of die er vestigingen hebben. Het bezoek van een regeringsdelegatie en/of koninklijke afvaardiging is een riem onder het hart van diegenen die reeds de stap zetten om in het land te investeren. In die zin is bijvoorbeeld ook de opening van drie regionale handelscentra in Maleisië van groot belang. Het geeft de bedrijven daar de nodige uitstraling.

Ook voor het bezochte land is de ontvangst van een handelsmissie belangrijk. ‘In ons zog hebben wij meestal een twintig journalisten. Waaronder enkele cameraploegen. Voor de autoriteiten daar biedt dat de unieke gelegenheid om hun land eens in de kijker te plaatsen.

Die belangstelling hangt volgens Annemie Neyts vaak rechtstreeks samen met de aanwezigheid van Prins Filip op dergelijke handelsmissies. ‘Wij doen hier in België nogal vaak smalend over het koningshuis. Maar in het buitenland opent de prins deuren die anders ook voor officiële delegaties gesloten blijven. Het verhoogt in die landen de geloofwaardigheid van de missie‘, luidt het.

Meer kmo’s

Voor onze bedrijfsleiders die met buitenlandse expansieplannen rondlopen, kan een dergelijke missie van groot belang zijn. Weten waar je wel of niet terecht kan als je met dit of geen land handel willen drijven. Een intro in de administratieve geplogenheden, de cultuur, transportmogelijkheden, infrastructuur, de markt, etc. Vaak kunnen de bedrijven dat ook niet zomaar ter plaatse gaan bekijken. Grote bedrijven misschien wel, maar de kleine kleine of middelgrote ondernemer heeft die financiële armslag niet.

Mét de hervorming van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel en het meer regionaliseren van de exportbureau’s (in Vlaanderen is dat Export Vlaanderen) , is ook het concept van de handelsmissies bijgestuurd. Vroeger waren het inderdaad veelal grotere bedrijven of multinationals die mee op handelsmissie gingen. Nu liggen de kaarten enigszins anders. Sinds het aantreden van paars-groen is voluit de kaart getrokken van de kmo’s. En de reacties zijn unaniem positief. We gaan dus de ingeslagen weg verder bewandelen. Dat is ook logisch, aangezien onze Vlaamse economie voor ruim negentig procent op kleine en middelgrote ondernemingen is geënt.”

De voorbije handelsmissies was de delegatie dan ook een ideale mix tussen kleinere en grotere bedrijven en ondernemingen die op de meest diverse terreinen actief zijn. Van producenten van tuinmeubelen tot fabrikanten van chips en vertegenwoordigers van financiële instellingen. Die diversiteit vergt uiteraard ook een goede voorbereiding. Want elke sector, elk bedrijf zit wel met specifieke problemen of vragen. Ook dat wordt allemaal uitgeklaard tijdens diverse vergaderingen.”

De bedrijven – die zelf de reis bekostigen – schrijven in via de gewestelijke exportagentschappen. Op het programma staan dit jaar alvast nog handelsmissies richting Chili (april), Koeweit (okt) en Australië (nov). Meer informatie over de buitenlandse handelsmissies kan je verkrijgen via de (nieuwe) site http://www.beb-ree.be/ (voorheen http://www.finexpo.be/)

Gunter JOYE

Met voorzichtig vertrouwen

Uittreksel uit Knack 20 maart 2002 – interview H. Van Humbeeck

In België is ze als minister toegevoegd aan Louis Michel.
Daarbuiten is ze voorzitter van de Liberale Internationale. Annemie Neyts over George w. Bush en Guy Verhofstadt, over Naomi Klein en Pim Fortuyn. . ‘Ik heb altijd gevonden dat John Maynard Keynes eigenlijk een liberaal was.’

Eerst moest ze naar de top in Barcelo na natuurlijk, en aansluitend was er nog een Europese verplichting in Toledo. Maar deze week is Annemie Neyts in Budapest. In de Hongaarse hoofdstad wordt ze opnieuw verkozen tot voorzitter van de Liberale Internationale. Ze is de enige kandidate. Neyts volgde in die functie de Nederlander Frits Bolkestein op, toen die enkele jaren geleden Europees commissaris werd.

‘We hebben ons hoofdkwartier in de National Liberal Club in Londen’, vertelt de minister van Buitenlandse Zaken toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. ‘In de hal daar staat een buste van William Gladstone, een Engelse liberaal uit de negentiende eeuw. In het voetstuk van die buste staat deze zin gebeiteld: Conservatism is distrust in people qualified bij fear -Liberalism is trust in people qualified bij prudence. We gaan er niet van uit dat alle mensen goed zijn. Maar we vinden wel dat ze vertrouwen moeten krijgen. Dat ze de kans moeten krijgen om hun leven, hun eigen gemeenschap op te bouwen. ‘Ik denk dan aan 11 september. Als het terrorisme en het antwoord daarop ertoe leiden dat vertrouwen wordt vervangen door wantrouwen, door vrees en haat: dat is de grootste overwinning die we het terrorisme kunnen bezorgen. We moeten er hardnekkig over waken dat we in de strijd tegen het terrorisme er niet een aantal van onze vrijheden bij inschieten. Ik weet niet of die zin van Colin Powell voldoende aandacht heeft gekregen. In verband met de kritiek op de fameuze State of the Union van George W. Bush, met daarin de passage over de zogenaamde As van het Kwaad, zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, bijna verontschuldigend: “The president speaks the truth as he sees it.” Dat is toch ongelooflijk. De Amerikaanse president handelt naar de waarheid, zoals hij ze ziet. De man over wie het weekblad Time onlangs in een groot verhaal goedkeurend schreef dat hij nooit een boek leest. Hij heeft dat namelijk niet nodig. Maar: de Amerikaanse openheid maakt dat zoiets dan ook wordt gezegd. Daarom hou ik ook van hen.”

PARTIJEN ZIJN NIET SEXY

Annemie Neyts is altijd een liberal geweest in de Angelsaksische betekenis van dat woord. Toen Guy Verhofstadt de toenmalige PVV de boodschap van Margaret Thatcher voorhield, stond ze niet bepaald aan zijn zijde. Desalniettemin spoorde diezelfde Verhofstadt er zijn Spaanse collega José Maria Aznar voor de top in Barcelona toe aan om ook aandacht te hebben voor het sociale Europa.

Het probleem met die Europese raden’, zegt Neyts, ‘is dat er vaak enorme verwachtingen worden gewekt die daarna nooit werkelijkheid kunnen worden. Ik ben daar beducht voor. Ik vind natuurlijk ook dat we de grootste kenniseconomie van de wereld moeten worden, maar we mogen niet de indruk geven dat daar op korte termijn spectaculaire resultaten van te merken zullen zijn. Want dat zal niet zo zijn. De modale kiezer van Pim Fortuyn is een relatief jonge man met een lage opleiding. We mogen niet doen alsof we al zijn problemen onmiddellijk kunnen oplossen. We moeten duidelijk maken wat onze bekommernis is, maar ook dat we daar op korte termijn niets aan kunnen doen’.

Ik heb dat probleem pas gaandeweg ontdekt, Ik kom uit het onderwijs. Een leerling die faalde, dat was voor mij een persoonlijke mislukking. Er zijn mensen die te zwak zijn om mee te kunnen. Mijn hele politieke actie is erop gericht dat ik mij daar niet bij neerleg, Maar ik heb ook geleerd hoe frustrerend het is als je niet mee kan.’

Politiek commentator William Pfaff betoogde enkele weken geleden in de International Herald Tribune dat het liberalisme in de jaren zeventig als het ware door een bepaalde economische school werd gekaapt. Harde kapitalistische opvattingen vonden daarna via Ronald Reagan en Margaret Thatcher hun weg naar de politiek en ze veroverden langs modieuze business schools om de wereld. Die evolutie is, volgens Pfaff, mee verantwoordelijk voor een kramp in de samenleving omdat ze mensen tegen elkaar opzet in een uitzichtloze uithoudingsrace. Wij hebben daar in Vlaanderen een woord voor: verzuring.

‘Ik ben het tot op zekere hoogte met Pfaff eens’, zegt de voorzitter van de Liberale Internationale. ‘Het politieke liberalisme heeft zich inderdaad te veel met één welbepaalde economische stroming geïdentificeerd, Milton Friedman, de Public-Choiceschool, Friedrich von Hayek. De boys die het terreurregime van Augusto Pinochet in Chili van advies dienden’.

Dat is niet mijn wereld. Ik heb altijd gevonden dat John Maynard Keynes eigenlijk een liberaal was. Maar het gaat ook hierom: mensen laven zich aan macht. En wat is macht? Macht is beslissen over andere mensen. Neem die jonge, meestal mannelijke producten die opgefokt uit die business schools komen. Hoe ze te keer gaan! De beste is diegene die de meeste mensen ontslaat. Dat is een totale pervertering van het begrip macht. Wij hebben ons daar in de politiek veel te weinig tegen verzet.’

KUNT U HET ZICH VOORSTELLEN? GEORGE W. BUSH HANDELT NAAR DE WAARHEID, ZOALS HIJ ZE ZIET!

Nog net voor ze naar Barcelona vertrekt, zit Neyts in het Egmontpaleis een seminarie voor met Belgische werkgevers, vakbonden en vertegenwoordigers, van niet-gouvernementele organisaties. Onderwerp: het begin van nieuwe onderhandelingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie over de ontwikkelingsagenda die in november van vorig jaar werd afgesproken.

De Belgische regering heeft aandacht voor het probleem. Premier Guy Verhofstadt ontving de anders-globalisten vorig jaar in Gent. Hij wil die oefening dit jaar herhalen. ‘Wat wij doen, past voor een stuk in het opzet van de premier‘, vindt Neyts. ‘Als ik mij een woordje van kritiek op hem mag veroorloven: ik vond dat de vedetten van het anti-globalisme in Gent een beetje te veel naar voren werden geschoven. Die mooie madammen, Naomi Klein, Noreena Hertz. Ik ken het slag. Klein had in de jaren tachtig veel succes met boeken tegen het feminisme. Vrouwen moeten thuis blijven en voor hun familie zorgen, vond ze. En ze reisde zelf de wereld rond om die boodschap te verkondigen.

Maar we moeten natuurlijk de dialoog aangaan. Zeker na 11 september moeten we ons dringend over de kloof tussen arm en rijk buigen. In al die debatten over ontwikkeling mis ik aandacht voor de politieke kant van de zaak, voor de stevigheid van politieke structuren. We moeten kennis overbrengen om het embryo van een administratie, een regering, een parlement te laten werken. Iedereen praat altijd over mensenrechten, maar niemand vraagt zich af of er structuren zijn om die te laten naleven. Bijvoorbeeld: wie leert de mensen in de ontwikkelingslanden hoe ze een politieke partij moeten opbouwen? We helpen meestal wel bij de organisatie van verkiezingen -de piekmomenten in het democratische leven. Maar eigenlijk gebeurt het echte werk toch tussendoor, in het kader van partijen. Het is niet sexy, maar ik vind structuren belangrijk. Het zijn structuren die zorgen voor duurzaamheid.’

De eindejaarsvraagjes van Humo 2001

Uittreksel – 31/12/2001

Belangrijkste trend,gebeurtenis, evolutie of trend van dit jaar?
De andere wereld waarin we leven na 11 september, en dat sommigen dat nu tot een cliché proberen te maken, wat het gewoon niét is.

Globalisten en anti-globalisten die communicatiekanalen nodig hebben in plaats van betogingen.
Politieke herverkaveling moet men in Vlaanderen maar eens anders gaan noemen nu het wereldlandschap hertekend werd, kwestie van bescheidener perspectief…

Beste/slechte radio/tv van 2001?
Goed: Een undercover-documentaire van Saira Shah “Beneath the veil” over de Afghaanse vrouwen. Dit jaar weinig TV gezien, want veel in het buitenland. Radio altijd aan in wagen voor nieuws en duiding, allerlei zenders maar toch vaak radio Vlaams Brabant voor dat thuisgevoel…. De Nieuwe Wereld met Friedl Lesage, en “Buitenlandse Zaken” op radio1
Slecht: verslaggevers “ter plaatse” die helaas niets te melden hebben.beste

Boek/film/concert/CD/toneel van 2001?
Het boek «Réflexions sur la guerre, le mal et la fin de l’histoire» van Bernard-Henri Lévy heeft diepe indruk nagelaten. Verder “Le progrès et ses ennemis” van Guy Sorman en bij de romans “A suitable boy” van Vikram Seth en “Le Mort qu’il faut” van Jorge Semprun.
Het “Dagboek van Bridget Jones” van Helen Fielding heb ik met veel plezier gelezen (v.g.), herlezen en zelfs geciteerd – daar kan de film dan alleen een zwakke afdruk van zijn.

Wie wenst u wat toe voor 2002 (ten goede of kwade)?
Aan alle regeringen: onderscheidingsvermogen zodat de strijd tegen terrorisme geen afbreuk doet aan vrijheden en mensenrechten. Aan de Belgische regering: een goede afkickperiode na het voorzitterschap van de Europese Unie. Aan alle dierbaren: dat ik ze in 2002 meer zie

Een fijne avond volgens Annemie Neyts

Bonanza – 5 maart 2001 (WDB) (uittreksel)

“… In Kinshasa beleefde ik een prettige avond, omdat we er met de hele delegatie hebben gegeten in Hotel Memling (…).

Je beseft dan wel: ‘dit is een beetje vreemd want we zijn hier aangenaam aan het dineren in een stad waar de meeste mensen niet genoeg te eten hebben.’ Dat contrast laat je geen minuut los. Ik werd er ook rondgereden in een jeep, voortdurend vergezeld van drie gewapende mannen. Een bodyguard in mijn auto, en nog een auto achter ons. Dat is niet meteen mijn idee van een avondje uit. (Lacht) Enfin, daar kick ik echt niet op. We hebben het in Hotel Memling niet erg laat gemaakt. Ik denk tot half twee. Voor mij mag dat later worden. Een geslaagde avond is er één die lang duurt.

Eigenlijk is een toffe avond voor mij onafscheidelijk verbonden met vriendschap. Mensen terugzien die je lang niet meer hebt gezien. (…) De lokatie is belangrijk. (…) liefst niet lelijk. Daar ben ik zeer gevoelig voor. Ik kan niet goed tegen de absolute smakeloosheid die je soms tegenkomt. Ze hebben ons eens in een hotel in Nice gestoken, waarvan ik dacht: Dit hou ik niét uit. De volgende dag heb ik een ander hotel gebeld en waaileweg, zoals ze in Brussel zeggen. Dat eerste hotel was gewoon agressief lelijk met combinaties van donkerbruin en formica en oranje vasttapijt. Daar word ik depressief van, of zeer kwaad.” (…)

De bibliotheek van Annemie Neyts

Standaard der Letteren, 15 feb 2001, Raf Weverbergh (uittreksel)

(…) ,,Ik heb een tijd geleden mijn boeken gerangschikt. Ik ben begonnen met de kunstalbums en boeken over kunstgeschiedenis, daarna komen er een paar planken feministische literatuur – de klassiekers van de feministische theorieën uit de jaren zeventig. Dan heb ik wat poëzie, maar niet veel, want ik ben niet zo’n liefhebber van poëzie. Vervolgens twee rekken, alfabetisch gerangschikte, Angelsaksische literatuur, te beginnen bij Austen, Jane en dat eindigt bij Woolf, Virginia zeker? De afdeling Franse werken gaat van de vroege Franse teksten, die ik tijdens mijn studies Romaanse moest bestuderen, over Villon tot de hedendaagse literatuur. En ten slotte nog een hele rij werken over politieke wetenschappen, en wat sociologie.” (…)

 

,,Als ik zeg dat ik de literatuur volg tot vandaag, wil dat niet noodzakelijk zeggen dat ik alles systematisch volg, maar ik probeer wel de boekenbijlagen te lezen in diverse kranten en tijdschriften. Zo heb ik ooit dankzij een recensie The Remains of the Day ontdekt van Kazuo Ishiguro. En Helen Fielding, daar ben ik nu een grote fan van. Haar tweede, The Edge of Reason , heb ik kapot gelezen. Als ik echt niet meer weet wat lezen en ik zoek gewoon wat verpozing, lees ik een paar van haar dagboekaantekeningen. Nineteen cigarettes today. VG, Very Good ,” citeert ze, en ze lacht hartelijk. ,,Ik ben een veelvraat, ik lees bijna alles. Behalve sciencefiction. Omdat dat me absoluut niets zegt. Dat heeft te maken met een diepe aversie voor alles wat utopisch is, zelfs voor Thomas More en Jonathan Swifts Gulliver’s Travels . Het zijn allemaal veel te rationele constructies, gesloten, totalitaire systemen. Fascistoïde, eigenlijk. Ik heb ontdekt dat dat de reden is waarom dat genre me tegenstaat.”

,,Ik ben eens gevraagd om een uiteenzetting te geven over wat literatuur is. Ik heb mij toen voor het antwoord gebaseerd op enerzijds de biografie van André Leysen en anderzijds op L’Ecriture ou la vie van die Spanjaard, voormalige minister van cultuur, een socialist – de naam ontglipt mij.” ,,Jorge Semprun,” suggereert Cooreman. ,,Inderdaad, Jorge Semprun. Bon, ik heb hen genomen omdat het gegeven van beider boeken heel gelijkaardig is: de ervaringen van een jongeman in de Tweede Wereldoorlog. Leysen had een Duitse moeder en zijn familie sympathiseerde met de bezetter, Semprun is de zoon van een minister van de Spaanse republiek, is gevlucht voor Franco, in het Franse verzet gegaan en daarna in een kamp terechtgekomen. Dat hun ervaringen min of meer tegenovergesteld zijn, doet er niet toe: het gaat om hoe ze ermee omspringen. En dan blijkt dat het boek van Leysen alleen interessant is omdat je weet over wie het gaat. Hetzelfde boek van Jan met de pet zou volslagen onleesbaar zijn. Hij slaagt er niet in om van die belevenissen iets te maken dat waardevol is op zich. Sempruns boek zou, zelfs als het anoniem was, nog altijd meeslepend zijn, omdat hij met dat materiaal veel meer gedaan heeft: hij probeert te begrijpen. Leysen blijft hangen in de anekdotiek. Semprun voegt, door literaire arbeid, iets toe aan de menselijke ervaring.”

,,Het criterium voor een goed boek? Ik ging zeggen een goed verhaal, maar dat is niet juist. Het spel met woorden is ook belangrijk, maar misschien is het belangrijkste dat het je horizon verruimt. Er zijn bibliotheken vol geschreven over de relatie tussen literatuur en werkelijkheid, maar volgens mij schépt literatuur werkelijkheid. Stephen Dedalus en Madame Bovary behoren tot je kennissenkring. Je kan erover praten, je over Emma Bovary afvragen: waarom doet ze dat nu? Personages bestaan echt, zij het op papier en voor de rest in onze geest en in onze harten. Maar ze geven ons meer inzicht over hoe we zelf in elkaar zitten, hoe anderen in elkaar zitten. Er zijn zo van die personages om verliefd op te worden: Fabrice du Donjon uit La Chartreuse de Parme van Stendhal, die de slag van Waterloo mist omdat hij verloren is gelopen. De Fransen zeggen nog altijd: il était comme Fabrice á Waterloo over mensen die met hun neus op een grote gebeurtenis zitten en ze nog missen. Het is echt een fantastisch boek, maar ik durf het niet goed herlezen omdat ik bang ben dat het zal tegenvallen.”

,,Ik hou van verhalen waar het niet zozeer de externe feiten zijn die het verhaal vooruit helpen, maar de gevoelens en inzichten van de mensen. Die boeken verruimen je horizon door je deelachtig te maken aan dingen die je zelf nooit zou kunnen meemaken. Of niet zou durven doen. Ik heb een tijdlang gedacht dat ik me had vergist door Romaanse te studeren, dat ik rechten had moeten doen. Pas een hele tijd later heb ik beseft dat ik me niet vergist had. Ik denk dat ik een behoorlijk stuk mensenkennis heb, en literatuur heeft daar enorm toe bijgedragen.”

Kisses from Brussels

voorjaar 2000

Annemie Neyts promoot Brussel met chocolade-kusjes

Kusjes van Neyts en Brussel bank vooruit

18 mei Nieuwsblad (VAK) uittreksel

Brussel is meer dan een stad waar handel, instellingen en technologie centraal staan. In Brussel is het ook goed leven. Dat wil (…) Annemie Neyts de wereld laten weten. De minister doet daarvoor een beroep op chocolade, een typisch Belgische lekkernij. (…) Bijkomend element dat Neyts met de promotie wil benadrukken is dat Belgische chocolade geen andere vetten opneemt dan cacaoboter, een uitvloeisel van haar “vorig leven” in het Europees parlement, waar ze de debatten bijwoonde ver de nieuwe richtlijn over de samenstelling van chocolade. (…)

Neyts durft
30 juni Vrouwen van Vandaag/MSN
Neyts (…) tekent voor een alleszins origineel idee om de Brusseldagen op de wereldtentoonstelling in Hannover op te fleuren. Annemie Neyts: “Waarom Brussel niet wat sympathieker voorstellen dan als centrum van instellingen, congresstad, hoofdstad van Europa – we kunnen toch ook het “andere” Brussel tonen, Bruxelles-branché, het Brussel waar ménsen wonen, het Brussel dat bubbelt en bruist, het Brussel van de Dansaertstraat”. (…)

Lijk ik op Madeleine Albright? Neen toch

Het Laatste Nieuws – 7 december 2000

Ze sjeest van het ene Europese congres naar het andere, reist in zes dagen half Afrika rond en neemt tegenwoordig de honneurs waar als prins Filip op handelsmissie gaat. Sinds Annemie Neyts (56) twee maanden geleden is aangesteld als staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, brusselt ze niet meer. Nu ze ‘eindelijk word opgevist door de nationale politiek’, ziet ze integendeel nauwelijks nog haar vertrouwde thuishaven. En zit ze, als een Vlaamse versie van de Amerikaanse staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken Madeleine Albright, gedecideerd en zakelijk naast de imposante president Kablia. Of ze spreekt met de leiders van het nieuwe Joegoslavië. Met een ‘naturel’ alsof ze dat altijd al gedaan heeft. Even checken of ze het zelf nog leuk vindt ook.

“Leuk? Het is schitterend. Echt waar. Ongelooflijk boeiend. Ik ben een kind van juni 1944. Ik ben opgegroeid met verhalen over oorlog en bezetting en heb zeer vroeg begrepen dat het de politiek is die beslist over oorlog dan wel vrede in de wereld. Vanuit die instinctieve bevlogenheid ben ik zeer blij dat ik nu mijn ervaring kan gebruiken namens en voor mijn land en Europa. Daar ben ik toch een klein beetje gelukkig en fier over”.

Eindelijk, zei men bij uw aanstelling, nu Annemie is opgevist door de nationale politiek kunnen we haar serieus nemen.

“Die opmerkingen kwetsen me niet, ze bevestigen wat ik al wist. Als minister in het Brussels gewest had ik een begroting van 70 miljard, wat oneindig veel meer is dan nu. Maar dat interesseerde nauwelijks iemand. Je geraakte nooit uit de regionale bladzijden. Ik vind dat niet rechtvaardig en zelfs niet verstandig, want er gebeurt veel goed werk in de gemeenschappen en de gewesten. Ik kon dat in mijn eentje niet veranderen, helaas .. “

U had een erg druk agenda de voorbije weken. Opgemerkt waren uw reis met prins Filip naar Argentinië, u had een ontmoeting met de nieuwe president van Joegoslavië Kostunica. uw reis naar Afrika was een krachttoer want…

“.. ik heb er in zes dagen zeven staatshoofden bezocht in evenveel landen, jawel. Onmiddellijk daarna waren we in Estland en in Stockholm, in Bazel en Mulhouse in Frankrijk, waarna we doorreisden naar Sochaux voor een Europese conferentie. Woensdag mocht ik EINDELIJK even naar huis. Vrijdag gingen we nog over en weer naar Den Haag voor Benelux-overleg, zaterdag naar Parijs voor een werkvergadering van Europese ministers van handel. Gisteren had ik een dagje Brussel, morgen ga ik naar Nice en zondag met prins Filip en prinses Mathilde naar Korea. Daarna is het, hé hé, tijd voor een vakantie in Marokko! “

Ik dacht onwillekeurig aan Madeleine Albright, toen ik u op het journaal naast de indrukwekkend voluptueuze Kabila zag zitten …

“Ha ja? Lijk ik op haar? Neen toch?- Allez vooruit”. (lacht) Of- zou het niet dát … Ik vind het andersom wel kinderachtig dat bepaalde oppositieleden het Michel verwijten dat hij regelmatig zijn staatssecretaris uitstuurt. Ik zit hier toch niet om niets te doen!”

Kan u genoeg invloed uitoefenen als vrouw? Heeft iemand als Kabila het er moeilijk mee dat een vrouw met hem komt onderhandelen?

“Er is een verschil, omdat er bij contacten tussen mannen en vrouwen een pikante situatie kan ontstaan, haha! Maar ik heb nooit ervaren dat een gesprekspartner niet au serieux nam wat ik te zeggen had namens de Belgische regering omdat ik een vrouw ben. Je wordt anders benaderd, minder brutaal misschien”.

Hoe is dat, zo’n ontmoeting met een Kabila?

“Gewoon. Neen, da’s niet waar. ‘Gewoon’ is het niet. Aan de ene kant besef ik altijd wel dat ik iets heel bijzonders aan het meemaken ben. Anderzijds beschouw ik zo’n ontmoeting ook gewoon als mijn werk. Je kunt niet blijven steken in het ‘If my mother could see me now’- gevoel want dan ben je d’r niet bij met je volle verstand. Bovendien blijf ik me ook altijd bijzonder bewust van de verantwoordelijkheid die op me rust: ik zit daar niet als Annemie Neyts uit Brussel hé, maar als De Nummer Twee van Buitenlandse Zaken van België. Vandaag ben ik dat, morgen is dat iemand anders. Die continuïteit overstijgt jouw persoon en jij hoort gewoon je best te doen. Want zo’n gesprek moet tot iets leiden, nietwaar. Ik probeer altijd superaandachtig te luisteren, ook goed te kijken naar de lichaamstaal, meteen in te spelen òp, zonder als brutale vlegel over te komen. Na anderhalf uur kom je daar uitgewrongen buiten, hoor. Maar ik doe dat graag”. (…)
“In Europa zijn er vrouwelijke buitenlandministers in Luxemburg en Zweden, in Griekenland, Kroatië en in België is er een staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken en that’s it. In de zachte sectoren -Welzijn, Sociale Zaken enzovoort- zijn de vrouwen al goed vertegenwoordigd. Maar de harde sectoren -de zogenaamde’ autoriteitsdepartementen’ als Defensie, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken- zijn dus de volgende verdedigingslijn die we moeten innemen. (lacht) Ik heb één vrouwelijke minister van defensie gekend, in Finland. Zij is in Joegoslavië de massagraven moeten gaan inspecteren”. (…)

U vertrekt zondag met Filip en Mathilde op handelsreis naar Korea. Burgers die wilden mee reizen, konden zich inschrijven. Ferm staaltje van popularisering van ’s lands instellingen. Moet dat nu echt?

“Dat bericht stond in de krant, hoorde ik ja. (lacht) Maar ons initiatief was het niet, evenmin dat van het Hof. Van de vliegmaatschappij zelf allicht?”

Hoe dan ook: boe ver mag popularisering van de politiek gaan?

(zucht) “Ik ben niet degene die zegt ‘dat politici niet in spelletjes horen te zitten’, want ik heb ze zelf allemaal gedaan toen ik nog oppositielid was. Nu zou ik het niet meer doen. Omdat wat je als minister doet, kan afstralen op je functie. Ik vind: de instellingen bestonden vóór mij, ik kreeg ze in redelijk goede staat en zo wil ik ze ook weer afleveren als mijn taak erop zit. Ik ben wél bij Bracke en Crabbé geweest, maar dat is weer ander entertainment … “

Probeert u populair te zijn?

“Euh, ik bén populair. Ik haalde 200.000 voorkeurstemmen. De mensen herkennen je kop, maar zoals mijn moeder zegt: Je hebt er genoeg voorgedaan, dus moet je er nu niet om zeuren. Er is inderdaad de groeiende concurrentie onder politici, er is de invloed van de media. Spijtig? Onafwendbaar, denk ik. Ik was in Nederland op een partijcongres van de VVD. Drieduizend man in het Krasnapolsky-hotel in Amsterdam. Wel, elke minister had daar een act. Annemarie Jorritsma deed Don’t cry For Me Argentina. Een rits jonge parlementsleden deden The Blues Brothers. Frits Bolkenstein zat zichtbaar te genieten en vroeg me: “Annemie, zouden jullie dit nou ook doen in België?” Ik zei: Neen, Frits, daar zijn wij te spontaan voor! (lacht) Zoiets is hier nooit gezien hé, behalve dan bij de CVP en het achtervolgt hen nog! ” (…)