Europa heeft mij nodig

De Standaard, Isab. Albers, 10-1-2004 uittreksels

TUSSEN een vakantie in Marokko en een parlementaire missie naar Congo door stond Annemie Neyts deze week weer even in de spotlights. Samen met Herman De Croo kreeg ze een heikele klus toegeschoven: ze moest de brokken lijmen tussen Hugo Coveliers en voorzitter Karel De Gucht. En tot ieders verbazing slaagde ze er nog in ook. Een half jaar is ze nu minister af, omdat de partijtop jonger bloed in de regering wou. Anders dan Coveliers heeft ze zich niet in bitterheid gehuld. Toch neemt ze geen blad voor de mond tijdens ons gesprek in het parlementaire Salon van de Ambassadeurs , noch over ‘de kwakkelende indruk’ die de partij de voorbije maanden gaf, noch over de schaduw van het fenomeen-Stevaert, en al evenmin over de op de spits gedreven discussie over het migrantenstemrecht. Al blijft la Neyts steeds haar eigen zelve: de respectabele liberale dame naar wie zelfs Hugo Coveliers luistert.

Hoe is de discussie met Hugo Coveliers precies verlopen?

,,Het was geen onaangenaam gesprek. Er is niet geroepen, er zijn geen pijnlijke stiltes geweest. Er waren twee kantelmomenten. Toen Herman vroeg of Hugo ons eigenlijk beu was, antwoordde hij: ‘Nee, als dat zo was, dan zou ik hier niet zijn.’ Het tweede was toen ik hem zei dat we dit eigenlijk al veel eerder hadden moeten doen, want dan waren enkele dingen die we nu betreuren, nooit gebeurd. Iedereen stemde daarmee in en daarop heb ik de tekst van het verzoeningscommuniqué geschreven.”

Kon u zijn frustratie begrijpen? Hij greep naast een ministerpost. Ook u mocht in juli geen minister meer zijn.

,,Ik ga anders met teleurstellingen om. Hugo moet werkelijk het idee gehad hebben dat wij hem weg wensten, en dat is niet zo. Tegelijk heeft hij op een kwajongensachtige manier willen uittesten hoe ver hij te ver kon gaan. Het partijbureau vergadert wekelijks met veertig tot vijftig mensen. Niemand kan nog uitgebreid zijn zeg doen. Hugo had het gevoel dat hij niet de kans heeft gehad om in het partijbureau uitvoerig zijn visie te kunnen geven. Hij zat met een hoop opgekropte gevoelens en het gesprek van maandag heeft veel goedgemaakt.” ,,Ik weet hoe je als partijvoorzitter alleen staat in het nemen van moeilijke beslissingen. Ook ik moest tegen iemand (Jean Pede, red.) zeggen dat hij geen minister zou worden. Al gaat mijn begrip niet zo ver dat ik ga toejuichen wat mij in juli is overkomen. Ik had perfect nog een volledige regeerperiode als minister, ook met andere bevoegdheden, vol kunnen maken. Het afscheid op Buitenlandse Zaken was allesbehalve leuk. Dan moet je uit het diepste van jezelf gaan putten.”

,,2003 heeft me grote vreugde en teleurstelling gebracht. Ik was heel gelukkig met mijn beste verkiezingsresultaat tot nu toe. In het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde heeft alleen Frank Vandenbroucke sterker gescoord dan ik. Ik had meer stemmen dan Herman Van Rompuy. Het was een klinkend antwoord aan al wie suggereerde dat Neyts stilletjesaan aan opkrassen mocht denken.”

Toch laat u ondanks uw sterke verkiezingsresultaat Guy Vanhengel de lijst trekken in Brussel.

,,Ik ben geen kandidaat voor de Brusselse lijst. Ik wens niet naar het Brusselse niveau terug te keren. Er zijn heel weinig VLD’ers die zoveel andere mensen in parlementen hebben gebracht als ik. Ik ben nu aan de laatste rechte lijn van mijn carrière bezig, ik heb al genoeg gegeven aan de partij en andere kandidaten. Al zal ik ook duidelijk maken dat ik achter de Brusselse VLD-ploeg sta. Guy Vanhengel heeft het tijdens de jongste verkiezingen niet onaardig gedaan.”

,,Ik ben er echt op gebrand om naar het Europees parlement te gaan. Ik zeg nu niet welke plaats ik op de lijst wens, maar ik reken erop dat ik kan gaan. Ik ben blij dat Guy Verhofstadt zelf de lijst trekt. Jean-Luc Dehaene is niet de best geplaatste om te zeggen dat Verhofstadts kandidatuur de antipolitiek zou voeden. Dehaene heeft andere kandidaten geen lessen in politieke moraliteit te geven. Of is hij vergeten hoe de coalitievorming in Vilvoorde tot stand is gekomen (met overlopers van het Vlaams Blok, red. )? Dan kun je beter over antipolitiek zwijgen. Verhofstadt zegt nu al duidelijk tegen de kiezers dat hij de lijst niet trekt om naar het Europees parlement te gaan, maar om gestalte te geven aan zijn Europese boodschap. Dan weet ik begot niet waar het bedrog ligt.”

U bent in de Kamer voorzitter van de commissie Buitenlandse Betrekkingen, een van uw stokpaardjes. Waarom gaat u toch liever naar het Europees niveau?

,,Dat voorzitterschap was een mooie troostprijs. Maar ik ben bezeten door Europa. Een Europees parlementslid kan veel meer wegen dan een individueel kamerlid. Ten tweede moet je in het Europees parlement, hoe ervaren je ook bent, voortdurend op de tippen van je tenen staan. Zo hoog is het niveau er. In mijn werk in de Kamer beleef ik plezier en genoegen, maar heb ik het eigenlijk allemaal wel al gezien.”

,,Europa staat op zo’n cruciaal moment, het gevoel bestaat dat Europa aan het zwalpen is. Het zou goed zijn dat mensen die weten waarover het gaat — en in alle bescheidenheid, daar hoor ik toch wel bij — naar het Europees Parlement trokken. Tijdens het Belgische voorzitterschap was ik de dagelijkse liaison met alle Europese niveaus.”

De SP.A-fractie keurde de toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de EU slechts ‘met lood in de schoenen’ goed.

,,Ik vond dat ver-schrik-ke-lijk . Ik kreeg de indruk dat de SP.A niet weet dat de onderhandelingen tien jaar hebben geduurd en dat die heel ernstig zijn gevoerd. Of dat het acquis communautaire 80.000 bladzijden bevat. Ik was totaal onthutst over de houding van de SP.A en vroeg aan Dirk Van der Maelen hoe hij dat allemaal kon vertellen. Ik wacht nog altijd op hun invulling van Europa. Ze moeten als socialisten in Europa gaan knokken, en niet zeggen: ‘Ik ben ertegen.’ Daarenboven schijnen ze er nooit aan te denken dat een ‘sociaal Europa’ er wel eens zou kunnen op uitdraaien dat iedereen alleen nog het minimum minimorum als basis van sociale bescherming neemt.”

U wordt dit jaar zestig

,,En ik vind dat niet leuk! (lacht) . Ik herinner me nog zo goed hoe ik zelf dacht: zestig, dat is echt oud .

U bent dertiger? U weet toch dat u dan oud bent voor achttienjarigen?”

,,Ik denk er niet aan om met pensioen te gaan. Ik heb geen kinderen, dat speelt ook een rol. Mijn man en ik doen allebei na een heel druk beroepsleven een heleboel andere dingen. Hij zet zich al tien jaar kosteloos in voor TV Brussel. Engagementen nemen, dat is ons leven. Ook mijn vader heeft tot de dag van zijn 65ste verjaardag gewerkt. ,,Er is nog zoveel te doen. Als voorzitter van de liberale internationale — die tussen haakjes helemaal on the way up is — heb ik drie congressen over globalisering meegemaakt. Onlangs hebben we een boeiend congres gehouden over de islam en de wereld, in Dakar. De wereld is veel gecompliceerder en gevaarlijker dan voor nine-eleven . Is dat niet het thema van deze tijd?

Vreest u niet dat ook u bij de Europese lijstvorming slachtoffer van de drang naar verjonging wordt?

,,Ik mag hopen dat men ondertussen tegen de grenzen van de kreet Almaar jonger! is gebotst. De periode na de wissel in de Vlaamse regering (waarbij de dertigers Somers, Keulen en Ceysens tegelijk minister werden, red.) was moeilijk. De uitleg die we kregen op het partijbureau, maakte het alleen maar erger. Toen heb ik gewaarschuwd voor een generatieconflict. Dat is nu voor het grootste deel uitgevlakt.”

,,In het bedrijfsleven worden mensen gedurende twintig jaar uitgeperst als citroenen en schuiven ze vaak alles opzij voor hun baan. Zodra je vijftig wordt, word je met de nek aangekeken. De politiek mag die nefaste trend niet rücksichtslos nabootsen. Tijdens werkgelegenheidsconferenties proberen we mensen ervan te overtuigen op te houden met vijftigers — of godbetert, zelfs jonger — buiten te bonjouren . En dan zouden we het zelf doen? Personeelschefs hebben het moeilijk om mensen ouder dan zichzelf te rekruteren. In de VS bestaat die trend niet en die economie is toch heel productief?”

De VLD lijkt in het defensief ten opzichte van coalitiepartner SP.A-Spirit.

,,We hebben allemaal moeten wennen aan het fenomeen-Stevaert. Dat is een marketingmachine. En we hebben daar overdreven gebiologeerd op gereageerd. Bovendien houden liberalen en socialisten elkaar nu in evenwicht en is er geen derde partij als afleiding. De groenen hebben in de vorige regeerperiode wel degelijk als buffer gediend. De VLD wordt verweten te veel met zichzelf bezig te zijn, terwijl we de voorbije maanden te veel met de tegenstander bezig waren. Dat gaf een kwakkelende indruk. Dat is nu voorbij. De forse verschijning van Stevaert heeft destabiliserend gewerkt. Ook al zegt die man natuurlijk heel lief: ‘Ik ben een goed mens, ik heb dat zo niet bedoeld.’ De VLD moet duidelijk maken welke toekomstperspectieven ze de kiezer kan bieden. Op het congres in februari geven we de aanzet voor onze liberale langetermijnprojecten. Dat is heel goed. Ik mis in de voorstellen tot nu toe de internationale dimensie, maar die zal ik eraan toevoegen.”

En in de discussie over het migrantenstemrecht?”

,,Ik ben al jarenlang een voorstander van gemeentelijk stemrecht voor wie vijf jaar in ons land verblijft. Daar blijf ik bij. Maar zeker in een context waarin het verwerven van de Belgische nationaliteit en van politieke rechten veel makkelijker geworden is, kun je eervol stellen dat er geen stemrecht moet worden gegeven aan mensen die de stap naar de Belgische nationaliteit niet doen. Dat is een eerbaar standpunt van de partij, maar niet het mijne. Het was niet wijs de discussie over iets waarvan je weet dat je het niet zult halen, op de spits te drijven. Ik heb er in de partij voor de zomer al voor gewaarschuwd, in september opnieuw.”

,,Het huidige voorstel heeft het migrantenstemrecht zwaar verminkt; migranten mogen wel kiezen, maar kunnen niet verkozen worden. Ik ga me bij de stemming ofwel onthouden ofwel toch voor stemmen. Wegblijven bij de stemming, zoals De Croo gesuggereerd heeft, doe ik niet.”

De partij schermt met het argument dat het migrantenstemrecht de positie van de Nederlandstaligen in Brussel zal benadelen.

,,Dat argument komt dan wel rijkelijk laat. Die trend is al ingezet toen het verkrijgen van de Belgische nationaliteit fel vergemakkelijkt werd. Bovendien zullen de Vlaamse partijen in Brussel zich opener moeten opstellen ten opzichte van Franstaligen. Het Vlaams Blok gebruikt in Brussel volledig tweetalige propaganda, wij zouden dat toch minstens ook moeten overwegen? Alle Franstalige politici kennen voldoende Nederlands om de tv-camera’s in het Nederlands te woord te staan, zelfs Didier Gosuin. En dan zijn er nog Brusselse Vlamingen voor wie het heiligschennis is om een zin Frans uit te spreken of verkiezingspropaganda in het Frans te verdelen. De situatie van de Vlamingen in Brussel is ongelooflijk verbeterd. We zouden daar allemaal heel blij om moeten zijn.”

,,Imago, communicatie en perceptie zijn allesoverheersend geworden. Maar wat gebeurt er intussen werkelijk?” vroeg u zich af toen u onlangs de prijs-Herman Vanderpoorten ontving.

,,Een markant voorbeeld was de landing in Somalië ten tijde van Bill Clinton. De cameraploegen van de Amerikaanse grote zenders mochten het eerst ontschepen, daarna pas de militairen. De militaire actie was zo getimed dat ze rechtstreeks in prime time kon worden uitgezonden. Is this real? De film over die operatie, Black Hawk Down , was ‘net echt’, zo heette het. Dat was a fortiori zo met Saving Private Ryan . En toen kwam er Saving Private Lynch (de zogeheten bevrijding van Jessica Lynch door de Amerikanen in Irak) . Wat is daarin nog realiteit en fictie?”

En dichter bij huis?

,,Politieke informatie neigt naar entertainment. En wat gebeurt er intussen werkelijk? Ik heb met stijgende onthutsing zondagavond naar de synthese van De Zevende Dag gekeken. Een debat over seks met Goedele en Jean-Luc, daarna een losse babbel over geluk, en nog een over geld. Pffft. Terwijl de wereld zich een stuk gevaarlijker aandient dan vroeger. Geen woord daarover. Een deel van de bevolking zal daar ook met woede naar kijken. Wat moet je met die opgeleukte babbels als je gisteren een ontslagbrief hebt gekregen?”

,,Tijdens mijn vakantie heb ik The Origins of Totalitarianism van Hannah Arendt opnieuw gelezen. Een absolute aanrader. Zij zegt dat zowel Stalin als Hitler erin geslaagd is om de realiteit te vervangen door fictie. In die redenering is de vervaging van de grens tussen realiteit en fictie allesbehalve ongevaarlijk.”

De politici gaan zelf niet vrijuit in de manier waarop ze de realiteit verdoezelen. Voor de verkiezingen hebben we van de VLD weinig gehoord over de economische crisis.

,,Onze campagne was toch geen hoeracampagne? De hele verkiezingscampagne in de media had wel een groot vermakelijkheidsgehalte. De media hebben dat mee aangezwengeld. Of nu: hoe kun je het in je koker krijgen een televisieprogramma kandidaten voor een verkiezingslijst te laten selecteren? (Neyts verwijst naar de VTM-plannen voor een soort Idool 2004 voor politici, red.). Maar nee, we hebben toch veel kijkers!”

Poppenkast

Tessa Vermeiren, edito in Weekend Knack (uittreksel)

Het was politica Annemie Neyts (59) die het na de regeringsvorming zei : “Vrouwen zijn poppetjes in de poppenkast, maar aan de touwtjes trekken, dat doen nog uitsluitend mannen.”

Mevrouw Neyts pakte naast een ministerpost en mag nu volgens sommige kranten “met prins Filip op reis”. Mevrouw Neyts wordt voorzitter van de raad van bestuur van het federaal agentschap voor Buitenlandse Handel. Van haar mannelijke collega die Export Vlaanderen gaat leiden, werd geschreven dat hij daar eens wat nieuwe dynamiek ging brengen. Allemaal een kwestie van perceptie natuurlijk. Of van Zeitgeist.

Het is weer geoorloofd vrouwen te behandelen als decorstukken en als je daar niet om kunt lachen, zoals mevrouw Neyts bijvoorbeeld, ben je een ouwe zeur. Wie als vrouw op de eerste rij wil staan in het politieke vak moet tegenwoordig in de eerste plaats jong en mediageniek zijn. En pas een stap naar voren doen wanneer de heren het toestaan. Er vooral ook zorg voor dragend de beschermheren niet te overschaduwen, zolang die in de fleur van hun leven zijn, met het risico om aan het eind toch zelf afgevoerd te worden vanwege ‘versleten’, lang voor de pensioengerechtigde leeftijd.(…)

Het paradijs is een tuin

Standaard (reeks PASPOORT) Kristien Vermoesen 22/11/2003

Het mag voor Annemie Neyts een luxehotel zijn, maar evengoed een trein door Centraal-Java met aankomst aan de voet van de Merapi-vulkaan. Zolang de verwondering haar maar op haar reizen vergezelt. ,,Ik zou het heel erg vinden mocht ik die kwijt spelen”.

China vind ik een van de meest fascinerende landen. Ik ben er nu drie keer geweest, binnenkort een vierde keer, en telkens opnieuw sta ik ervan versteld hoe snel de zaken daar evolueren. De eerste keer, in 1984, was ik er samen met mijn man, op een semi-officiële missie. Als je nog nooit in Azië bent geweest, dan is China een schok. Zeker in die tijd: de culturele revolutie was nog niet lang achter de rug, de Bende van Vier was net opgepakt. Veel verder dan wederzijdse bevestigingen van de vriendschap tussen de volkeren gingen de gesprekken toen niet. Maar in ’97 werd er veel opener gepraat. Je kon de Chinezen zelfs aan het lachen brengen met een grapje; dat was daarvoor ondenkbaar! Toen al herkende ik Beijing bijna niet meer. In plaats van fietsen waren er nu overal auto’s. Er is daar een zeventiende-eeuws sterrenobservatorium van de jezuïeten, vlak buiten de Verboden Stad.

In `84 was het een van de hoogste gebouwen. Toen ik er vorig jaar langsreed, had ik het niet eens meer opgemerkt. Ik dacht nog: ze hebben het toch niet afgebroken? Maar het is gewoon omringd door veel hogere gebouwen. Het is mooi om te zien hoe de bevolking met veel enthousiasme al die kansen grijpt. Als je bedenkt dat nooit in de geschiedenis zoveel Chinezen van zoveel vrijheden hebben genoten als vandaag… Nog niet allemaal, hé, verre van. Maar ze genieten ervan. In twintig jaar tijd zijn ze bij wijze van spreken van de stootkar naar de Mercedes gegaan. En ook van het Mao-pakje naar de minirok. Sinds die eerste reis naar China zijn mijn man en ik bijna elk jaar naar Zuidoost-Azië getrokken: Vietnam, Cambodja, Thailand, Maleisië, Indonesië. De meeste landen hebben we verschillende keren bezocht. Maar je blijft een buitenstaander.

Als ik ergens op officiële missie ben, kan ik wel eens doorpraten met ministers of ambassadeurs. Als je aan de plichtplegingen voorbij kunt gaan, heb je een veel intenser contact, dat verder gaat dan de smalltalk die je als toerist met de taxichauffeur uitwisselt. De politica in mij reist wel altijd mee, zelfs als ik met mijn man weg ben. Niet dat ik drie keer per dag naar het thuisfront bel. Maar ik zal kijken hoe de verhoudingen in elkaar zitten, hoe de sfeer is. We lezen bijvoorbeeld de plaatselijke kranten. Toen we door Java reisden, voelde ik een spanning in de lucht hangen. Op de eerstvolgende vergadering van de internationale liberalen heb ik toen gezegd: daar broedt iets. Op economisch vlak werden de Indonesiërs aangezet om almaar meer eigen initiatieven te nemen, terwijl er politiek de domper op gezet werd. Zoiets springt natuurlijk. Waaraan je dat merkt? Aan de nervositeit van de ordehandhavers bijvoorbeeld. Je ziet het niet altijd, hoor.

In de Vallei der Kruiken in Laos moet je heel goed uit je doppen kijken om een spoor van de overheid te zien, terwijl die toch enorm op de mensen drukt. Zodra je de televisie aanzet, weet je het. Of als je tot in de kleinste winkeltjes portretten ziet hangen van staatshoofden of regeringsleiders. Het is een gevoeligheid die typisch is voor mijn generatie, denk ik. We hebben hard geijverd voor ontvoogding, voor democratie, tegen elke vorm van autoritarisme en dictatuur. In de winkeltjes in Jedda in Saoedi-Arabië heb ik eens gekeken naar de zwarte jurken die vrouwen daar dragen. Er zijn er met fluwelen of zijden voering, geborduurd, met kralen, maar ook met een knalrode fuchsia voering. Het is daar in volle gisting, hoor. Zelf heb ik in Saoedi-Arabië nooit de djellaba moeten dragen. Ik was op dat moment minister. De Saoedi’s hebben daar zo hun eigen oplossing voor. Ik heb me laten vertellen dat ze een soort derde geslacht gecreëerd hebben. Je hebt mannen, vrouwen, en vrouwen met macht. En die worden behandeld zoals mannen. De hoofdstad Riad daarentegen, is hallucinant. Je ziet er geen enkele vrouw op straat. Toen drie vrouwelijke parlementsleden samen met een mannelijke collega van Riad naar Jedda vlogen, heeft men de senator in business class gezet en de vrouwen achteraan in economy. Ze waren zo verbouwereerd dat ze er eerst niets van gezegd hebben. In Iran is het dragen van een hoofddoek verplicht bij wet. Ik had het niet verwacht, maar ik vond dat een enorme beperking. In Teheran en Isfahan lopen vrouwen dan weer wel op straat, zelfs alleen. Ik heb met een paar zakenvrouwen kunnen praten, een echte openbaring.

Het bruist daar in Iran. Je ziet vrouwen met een gedecideerde stap midden op het voetpad lopen, terwijl ze zelfs in Koeweit langs de huizen blijven. En vrouwen hebben stemrecht in Iran, er zitten vrouwelijke gekozenen in het parlement. Het is erg gecontrasteerd. Als toerist zal ik niet snel naar het Midden-Oosten gaan. Geef mij maar Azië. Op het einde van een reis mogen er voor mij een paar dagen strand of nietsdoen bij zijn. Er zijn een paar schitterende hotels. The Regent in Chang Mai, bijvoorbeeld. In de tuin hebben ze prachtige rijstterrasjes aangelegd. Er zijn drie buffels: een zwarte, een witte en een bruine. Die worden mooi geborsteld en daar gaan ze twee keer per dag mee wandelen. Dat is er wel wat over, hé. De echte luxe, dat zijn niet de gouden kraantjes. Dat is ruimte, een stuk privacy, een mooie omgeving. Elke winter gaan we naar La Gazelle d’Or, vlakbij Taroudan in Marokko. Het hotel heeft een gigantisch park, er is een plantage met sinaasappelbomen en je hebt er zicht op de Atlas… Dan begrijp je waarom in de koran het paradijs een tuin is.”

Neyts: Splitsing is geen mirakeloplossing

Brussel Deze Week 22/05/03 uittreksel

De Vlamingen zijn in B-H-V twee zetels kwijt aan de Franstaligen. De verhouding in 1999 was 11/11, nu is dat 9/13. De zetels van CD&V en Agalev gaan naar MR en PS. (…)
Vooral de Nieuwe Belgen en de Belgen die stemmen in het buitenland zouden daar verantwoordelijk voor zijn.

Maar die uitleg klopt niet, zegt VUB-politicoloog Kris Deschouwer. Het staat immers vast dat het aantal Vlaamse stemmen in Brussel-Halle-Vilvoorde niet is gedaald. De reden voor het Vlaamse zetelverlies moet volgens Deschouwer gezocht worden bij de zetelverdeling. De versnippering aan Franstalige kant is kleiner, de partijen zijn er groter, het is dus logisch dat ze sneller een zetel binnenhalen.
Simone Creyf (CD&V) blijft toch voorstandster van een splitsing van de kieskring in een tweetalige kring Brussel en een homogeen Vlaamse kring Halle-Vilvoorde.
VLD-kopstuk Annemie Neyts loopt daar minder warm voor: “Ik heb ooit nog gezegd dat ik bij een splitsing verhuis naar de Rand. Er zijn genoeg VLD-afdelingen in mij geïnteresseerd… Van de 25.000 stemmen die ik deze verkiezingen heb gehaald, haal ik er maar 5.131 in het BRussels Gewest. Dat is een betere score dan in 1999, maar het is te weinig om te overleven. Je zou al moeten beginnen met een gegarandeerde vertegenwoordiging, maar dan zit je met moeilijke onderhandelingen met de Franstaligen, zeker als je weet dat het Blok de grootste partij in Brussel is. Een splitsing zal de Franstalige partijen ook niet tegenhouden om in Halle-Vilvoorde lijsten in te dienen. Ik ben niet tegen een volwassen gesprek hierover met de Franstaligen, maar het is nog maar de vraag of het voor de Vlamingen wenselijk is.”

Over Beysen, de partij, de verruiming, etc

Moesten we Beysen dan soms de partij cadeau doen?

Niet alle traditionele liberalen zien de verruiming van de VLD met lede ogen aan. Dat zegt federaal minister Annemie Neyts, zelf een van de ‘donkerblauwen’.

 

Knack 29/01/03 uittreksels

We ontmoeten Annemie Neyts, officieel minister toegevoegd aan de minister voor Buitenlandse Zaken, belast met landbouw, daags na de verkiezingen in Nederland. Voor het fenomeen Wouter Bos staat ze in bewondering: ‘Een droom-kandidaat, sympathiek, oogt goed; wauw’. Dat Louis Tobback, vroeger, bekend om zijn boutade dat paars per definitie bont en blauw eindigt, recnt de liefde verklaarde aan de paars-groene regering bij ons, is dan weer “een belangrijke aanwinst, welcome on board’. Maar we moeten het op de eerste plaats hebben over de dissidentie in haar eigen partij, met name over europarlementslid Ward Beysen, die op 18mei met zijn Liberaa1 Appel apart naar de kiezer trekt.

U hebt tijdens uw lange politieke carrière ook wel eens met scheurlijsten te maken gekregen. Wat is uw ervaring op dat vlak?
ANNEMIE NEYTS: Vooraf: ik was er als piepjonge militant al bij in .1972, op het stichtingscongres .van de PVV.. Zonder da t ik dat ooit met zoveel woorden heb gezegd, behoor ik dus duidelijk tot het kamp van de donkerblauwe ‘stamboomliberalen’. Maar ik vind ook dat om op de toekomst van Vlaanderen te kunnen wegen de partij moet groeien, en dat dit alleen kan door de partij open te stellen voor andere, ‘niet.stamboomlibera1en’. Maar Wat ik in de loop der jaren geleerd heb, eerst, in de tweede helft van de jaren.’80, als partijvoorzitter en later ook als lid van de statutaire commissie, is dat scheurlijsten de partij weliswaar schade toebrengen – elke stem voor de scheurlijst is een stem minder voor de moederpartij – maar zelf nooit ofte nimmer ergens toe leiden.

Op welke inhoudelijke grond beroepen aanvoerders van scheurlijsten zich meestal?
NEYTS: De klassieke benadering is: ik heb mijn partij niet verlaten, mijn partij heeft mij verlaten.. Vaak gaat het echter om mensen die moeilijk met anderen kunnen samenwerken. Máar ook in een liberale partij, moet je, net als elders, een evenwicht tot stand brengen tussen wat jij voor de partij kan doen en wat de partij voor jou kan doen.
Mensen beginnen doorgaans met een scheurlijst als ze vinden dat hun partij niet meer genoeg voor hen doet. Dat is nu bij Beysen het geval, en bij Leo Goovaerts (de gewezen penningmeester van de VLD, die op 18 met een eigen senaatslijst uitpakt), tsja, bij hem primeerde in feite altijd de vraag wat de partij voor hem kon doen.

Vaak geven peroonlijke ambities, veeleer dan inhoudelijke wrevel, de doorslag?
NEYTS: Gisterenavond hield ik voor de VLD Ganshoren, een zeer vertrouwd publiek, één van mijn nieuwjaarstoespraken. Ik herinnerde hen aan het revolutionaire stichtingscongres van de PVV, dat over ethische thema’s handelde: de verwijdering van abortus uit het strafwetboek, het beëindigen van de discriminatie van homoseksuelen, en ik geloof ook al euthanasie. Welnu, de strijd voor het in praktijk brengen van die resoluties heeft dertig jaar geduurd, wat betreft de afschaffing van de discriminatie van homoseksuelen is hij nog niet helemaal gestreden. Dan is het toch niet ernstig als Beysen klaagt dat hij op het Novembercongres amendementen had ingediend, ‘maar de partij er niets mee gedaan heeft’. Op een congres dat amper acht weken geleden plaatsvond! Hier zijn dus andere motieven in het spel, er kan dan ook geen misverstand bestaan over wie wie verlaten heeft: Ward heeft ons de rug toegekeerd.
Kunt u als stamboomliberaal geen begrip opbrengen voor de ontevredenheid in uw partij over een verruiming die, niet alleen door Ward Beysen, als een profielvervaging werd ervaren?
NEYTS: Ik dacht dat we allemaal vonden dat we moesten groeien. Nu kun je groeien via natuurlijke aangroei: liberalen die veel kindjes maken, die dan hopelijk voor liberalen zullen stemmen. Of je kunt groeien door nieuwe mensen aan te trekken. Dat hebben we gedaan en ik heb daar geen enkele moeite mee. Als voorzitter van de Liberale Internationale ben ik ze zo ook in geslaagd het politieke gewicht van die organisatie te doen toenemen. Onder mijn impuls moeten politieke partijen nu nog slechts aan drie criteria voldoen om toe te treden: ze moeten zelf vragen om te mogen toetreden, ze moeten onze twee basismanifesten goedkeuren, en ze moeten hun bijdrage betalen. Zodra die voorwaarden vervuld zijn, zijn ze welkom. Aanvankelijk heerste er bij de Liberale Internationale de mentaliteit: wie van ons is hier het meest liberaal? Maar op het eind houd je niemand over. Hetzelfde geldt voor de partij. Ik ben liberaal uit overtuiging, maar als we politiek iets willen betekenen, moeten we groter worden, en daarvoor, in het Engels, you have to do what it takes.
(….)

Maar pas sinds de afscheuring van Beysen lijkt de VLD er rekening mee te houden dat ze de verkiezingen ook kan verliezen.
NEYTS: In die zin is het misschien een zegen bij een vloek, dat diegenen bij ons die dachten dat het ál in de sacoche was, nu hebben ingezien dat dit niet zo is. Soms lijkt men te vergeten dat stemmen één per één behaald moeten worden, en dat verkiezingen niet over het verleden maar over de toekomst gaan. Deze regering heeft belangrijke verwezenlijkingen op haar conto, maar de VLD zal een wervend project moeten aanbieden om de mensen te overtuigen ook de komende vier jaar op ons te stemmen. Volgens de media stond het voor de liberalen al vast dat ze met deze meerderheid zouden doorgaan. Alleen die kleine formaliteit nog; (lacht) Als er één partij is die weet dat verkiezingen geen formaliteit zijn en dat je zeer op je hoede moet zijn met opiniepeilingen, dan is het de VLD wel.
Heeft de partijtop voldoende gedaan om Ward Beysen bij de club te houden ?
NEYTS: Redelijkerwijs is al het mogelijke gedaan om hem erbij te houden. Maar Beysen had mentaal al afstand genomen.
De voorzitter. is nooit mild geweest in zijn oordeel over Beysen.
NEVTS: Karel is zoals hij is, nogal vierkant, en ook Beysen weet dat. Maar we hebben Karel verkozen – ik in ieder geval, ik weet niet wat Ward heeft gedaan – en ik was heel blij dat hij bereid was de partij voor te zitten. Het is natuurlijk de taak van de voorzitter om de zaak bij elkaar te houden, Maar hij moet ook eerlijk zijn. .Karel zegt wat hij denkt. Trouwens, er bestaat ook een gevaar van discrepantie, als de voorzitter teen paar handschoenen aantrekt voor wie zich lastig opstelt, en de anderen strak. in het gareel houdt. Karel is niet geneigd tot zulke discrepanties. Maar dat hij tot het allerlaatste moment, rechtstreeks en via-via,. met Ward is blijven praten, dat weet ik, Wat kon hij nog meer doen? Beysen de partij cadeau doen misschien?

Waarom klinkt er dan toch redelijk wat kritiek op de handelwijze van de voorzitter?
NEYTS: Het is altijd hetzelfde. Als het goed gaat, is dat de verdienste van iedereen behalve de voorzitter. Als het misloopt, is er maar één persoon die verantwoordelijk is. Ik kan ervan meespreken. Dat is nu eenmaal het fatum van een partijvoorzitter. Frans Grootjans heeft het ooit gezegd: het is eenzaam aan de top van de partij.

Samengevat: er valt Karel De Gucht niets te verwijten?
NEYTS: Nee. Soms denk ik ook, dit zou ik anders geformuleerd hebben. Maar wij hebben Karel verkozen om de zaken namens ons te formuleren. De kritiek is soms te gemakkelijk. Toen we in de regering stapten, hadden we een partijvoorzitter nodig. De meesten van ons waren toen wat blij dat Karel het wilde doen, te meer daar hij op dat moment goede redenen had om zelf een ministerportefeuille te ambiëren. Bon, dat men hem dan nadien niet verwijt dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt.
(…)

HAN RENARD

Zoek de vrouw

KNACK 3 juli 2002 (uittreksel)

Annemie Neyts was de eerste politica die niet met alle macht wou verhullen dat ze een vrouw was.
Begin jaren tachtig zorgde Annemie Neyts (VLD), vandaag minister toegevoegd aan Buitenlandse Zaken, voor een trendbreuk in de nog overwegend mannelijke politieke wereld. Ondertussen heeft ze bewezen dat ze het spel mee kan spelen én effende ze het pad voor generaties vrouwen in de politiek.

In 1985 hingen overal affiches waarop u zich stond te schminken. Had u verwacht dat die campagne zoveel impact zou hebben?

Annemie Neyts: “Dat had nog niemand me voorgedaan. We hadden een campagne uitgewerkt met Annemie luistert.. .Annemie antwoordt.. .Annemie beslist.. Annemie Brusselt en Annemie.. Zo ging ik ook te werk: eerst het probleem bekijken, een oplossing zoeken en dan pas beslissingen nemen. En daarnaast was ik een Brusselse en een vrouw. Voor het luik “Annemie” maakten we een foto waarop ik me voor de badkamerspiegel opmaakte. De meeste vrouwen vonden het prachtig dat een politica voor één keer niet met aIle macht wou verhullen dat ze een vrouw was“.

Zou u vandaag campagne voeren met een close-up van uw benen. zoals Freya Van den Bossche heeft gedaan?

Neyts: “Vandaag durven vrouwen in de politiek meer voor hun vrouw-zijn uit te komen. Sommigen overdrijven. maar iedereen moet zelf zijn grenzen vastleggen. Zelf zou ik mijn benen niet op een verkiezingsaffiche zetten – en die van mij mogen ook gezien worden. Maar de één is wat exhibitionistischer dan de ander. En Freya Van den Bossche blijkt toch wel een exhibitionistisch trekje te hebben. al heeft ze duidelijk ook inhoud“.

Wordt een politica anders beoordeeld dan haar mannelijke collega’s?

Neyts: “Een vrouw die zonder franjes zegt wat ze denkt. wordt snel als agressief bestempeld. Bovendien klinkt een kreetje van een mannelijke politicus altijd luider dan een uitspraak van een vrouw. Ach. ik heb pas vrij laat ontdekt hoe onvoorstelbaar mededogend mannen voor elkaar zijn. Ze vergeven zo makkelijk elkaars zwakheden“.

Anno 2002 is er blijkbaar nog steeds een wet nodig om vrouwen boven- aan de lijst te verplichten.

Neyts: “We moeten partijen het excuus uit handen slaan dat ze geen vrouwen vinden. Nu zullen ze vrouwen moeten gaan zoeken“. (…)

Zou uw carrière anders zijn verlopen mocht u een man geweest zijn ?

Neyts: “Ik denk niet dat ik het dan gemakkelijker had gehad. Alleen toen Guy Verhofstadt jaren geleden het VLD-voorzitterschap van me wou overnemen. zou ik als man misschien meer steun gekregen hebben. Omdat het een strijd tussen een man en een vrouw was, vonden de meesten het vanzelfsprekend dat ik een stap terug zou zetten.”

Is België rijp voor een vrouwelijke premier?

Neyts: “Ik hoop dat Guy Verhofstadt nog een tijd premier blijft. Maar er zou zeker een vrouwelijke regeringsleider kunnen opstaan. AI zie ik niet meteen iemand onder het huidige politieke personeel. Minister van Tewerkstelling Laurette Onkelinx (PS) misschien?

Handelsmissies zijn geen plezierreisjes

Burgerkrant april 2002 (Gunter Joye)

‘De pers die mee op handelsmissie gaat, pikt er uiteraard de leuke momenten uit. Het is immers weinig telegeniek om een vergadering van vier uur in beeld te brengen. De diners en toeristische uitstapjes leveren uiteraard veel leukere plaatjes op. Maar één en ander creëert wel een verkeerd beeld naar de publieke opinie toe.’ Aan het woord is Annemie Neyts die regelmatig in het gezelschap van koninklijk bloed de wereld rondtrekt. En ze heeft er een absolute hekel aan dat critici de handelsmissies in het kader van Buitenlandse Handel als geldverslindend en onzinnig bestempelen.

‘Handelsmissies zijn geen plezierreisjes. Het is hard werken en daarenboven zelfs noodzakelijk voor onze bedrijven die handel voeren‘, stelt Annemie vol overtuiging. Buitenlandse handel is een essentieel onderdeel van onze economie. België is één van de grootste exporteurs als je het bevolkingaantal in ogenschouw neemt. Op de wereldranglijst nemen we zelfs de 11de plaats in. En voor Maleisië, 19de op die ranglijst, zijn we een belangrijke partner, vandaar de meest recente handelsmissie.

We zijn naar Maleisië getrokken met een delegatie van ruim honderd mensen. Waarvan ruim driekwart bedrijfsleiders, de rest journalisten en de officiele delegatie. In totaal zijn er zowat 450 bedrijfscontacten geweest. Dat in combinatie met talrijke politieke contacten en werkvergaderingen. De momenten waarbij de benen onder tafel worden geschoven of er een toeristisch uitstapje op het programma staat, zijn dus veeleer schaars‘, licht Annemie Neyts toe.

Volgens onze minister is het algemeen belang van dergelijke handelsmissies ook niet te onderschatten.

Ten eerste is het belangrijk voor die Belgische bedrijven die reeds met het land handel drijven of die er vestigingen hebben. Het bezoek van een regeringsdelegatie en/of koninklijke afvaardiging is een riem onder het hart van diegenen die reeds de stap zetten om in het land te investeren. In die zin is bijvoorbeeld ook de opening van drie regionale handelscentra in Maleisië van groot belang. Het geeft de bedrijven daar de nodige uitstraling.

Ook voor het bezochte land is de ontvangst van een handelsmissie belangrijk. ‘In ons zog hebben wij meestal een twintig journalisten. Waaronder enkele cameraploegen. Voor de autoriteiten daar biedt dat de unieke gelegenheid om hun land eens in de kijker te plaatsen.

Die belangstelling hangt volgens Annemie Neyts vaak rechtstreeks samen met de aanwezigheid van Prins Filip op dergelijke handelsmissies. ‘Wij doen hier in België nogal vaak smalend over het koningshuis. Maar in het buitenland opent de prins deuren die anders ook voor officiële delegaties gesloten blijven. Het verhoogt in die landen de geloofwaardigheid van de missie‘, luidt het.

Meer kmo’s

Voor onze bedrijfsleiders die met buitenlandse expansieplannen rondlopen, kan een dergelijke missie van groot belang zijn. Weten waar je wel of niet terecht kan als je met dit of geen land handel willen drijven. Een intro in de administratieve geplogenheden, de cultuur, transportmogelijkheden, infrastructuur, de markt, etc. Vaak kunnen de bedrijven dat ook niet zomaar ter plaatse gaan bekijken. Grote bedrijven misschien wel, maar de kleine kleine of middelgrote ondernemer heeft die financiële armslag niet.

Mét de hervorming van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel en het meer regionaliseren van de exportbureau’s (in Vlaanderen is dat Export Vlaanderen) , is ook het concept van de handelsmissies bijgestuurd. Vroeger waren het inderdaad veelal grotere bedrijven of multinationals die mee op handelsmissie gingen. Nu liggen de kaarten enigszins anders. Sinds het aantreden van paars-groen is voluit de kaart getrokken van de kmo’s. En de reacties zijn unaniem positief. We gaan dus de ingeslagen weg verder bewandelen. Dat is ook logisch, aangezien onze Vlaamse economie voor ruim negentig procent op kleine en middelgrote ondernemingen is geënt.”

De voorbije handelsmissies was de delegatie dan ook een ideale mix tussen kleinere en grotere bedrijven en ondernemingen die op de meest diverse terreinen actief zijn. Van producenten van tuinmeubelen tot fabrikanten van chips en vertegenwoordigers van financiële instellingen. Die diversiteit vergt uiteraard ook een goede voorbereiding. Want elke sector, elk bedrijf zit wel met specifieke problemen of vragen. Ook dat wordt allemaal uitgeklaard tijdens diverse vergaderingen.”

De bedrijven – die zelf de reis bekostigen – schrijven in via de gewestelijke exportagentschappen. Op het programma staan dit jaar alvast nog handelsmissies richting Chili (april), Koeweit (okt) en Australië (nov). Meer informatie over de buitenlandse handelsmissies kan je verkrijgen via de (nieuwe) site http://www.beb-ree.be/ (voorheen http://www.finexpo.be/)

Gunter JOYE

Met voorzichtig vertrouwen

Uittreksel uit Knack 20 maart 2002 – interview H. Van Humbeeck

In België is ze als minister toegevoegd aan Louis Michel.
Daarbuiten is ze voorzitter van de Liberale Internationale. Annemie Neyts over George w. Bush en Guy Verhofstadt, over Naomi Klein en Pim Fortuyn. . ‘Ik heb altijd gevonden dat John Maynard Keynes eigenlijk een liberaal was.’

Eerst moest ze naar de top in Barcelo na natuurlijk, en aansluitend was er nog een Europese verplichting in Toledo. Maar deze week is Annemie Neyts in Budapest. In de Hongaarse hoofdstad wordt ze opnieuw verkozen tot voorzitter van de Liberale Internationale. Ze is de enige kandidate. Neyts volgde in die functie de Nederlander Frits Bolkestein op, toen die enkele jaren geleden Europees commissaris werd.

‘We hebben ons hoofdkwartier in de National Liberal Club in Londen’, vertelt de minister van Buitenlandse Zaken toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. ‘In de hal daar staat een buste van William Gladstone, een Engelse liberaal uit de negentiende eeuw. In het voetstuk van die buste staat deze zin gebeiteld: Conservatism is distrust in people qualified bij fear -Liberalism is trust in people qualified bij prudence. We gaan er niet van uit dat alle mensen goed zijn. Maar we vinden wel dat ze vertrouwen moeten krijgen. Dat ze de kans moeten krijgen om hun leven, hun eigen gemeenschap op te bouwen. ‘Ik denk dan aan 11 september. Als het terrorisme en het antwoord daarop ertoe leiden dat vertrouwen wordt vervangen door wantrouwen, door vrees en haat: dat is de grootste overwinning die we het terrorisme kunnen bezorgen. We moeten er hardnekkig over waken dat we in de strijd tegen het terrorisme er niet een aantal van onze vrijheden bij inschieten. Ik weet niet of die zin van Colin Powell voldoende aandacht heeft gekregen. In verband met de kritiek op de fameuze State of the Union van George W. Bush, met daarin de passage over de zogenaamde As van het Kwaad, zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, bijna verontschuldigend: “The president speaks the truth as he sees it.” Dat is toch ongelooflijk. De Amerikaanse president handelt naar de waarheid, zoals hij ze ziet. De man over wie het weekblad Time onlangs in een groot verhaal goedkeurend schreef dat hij nooit een boek leest. Hij heeft dat namelijk niet nodig. Maar: de Amerikaanse openheid maakt dat zoiets dan ook wordt gezegd. Daarom hou ik ook van hen.”

PARTIJEN ZIJN NIET SEXY

Annemie Neyts is altijd een liberal geweest in de Angelsaksische betekenis van dat woord. Toen Guy Verhofstadt de toenmalige PVV de boodschap van Margaret Thatcher voorhield, stond ze niet bepaald aan zijn zijde. Desalniettemin spoorde diezelfde Verhofstadt er zijn Spaanse collega José Maria Aznar voor de top in Barcelona toe aan om ook aandacht te hebben voor het sociale Europa.

Het probleem met die Europese raden’, zegt Neyts, ‘is dat er vaak enorme verwachtingen worden gewekt die daarna nooit werkelijkheid kunnen worden. Ik ben daar beducht voor. Ik vind natuurlijk ook dat we de grootste kenniseconomie van de wereld moeten worden, maar we mogen niet de indruk geven dat daar op korte termijn spectaculaire resultaten van te merken zullen zijn. Want dat zal niet zo zijn. De modale kiezer van Pim Fortuyn is een relatief jonge man met een lage opleiding. We mogen niet doen alsof we al zijn problemen onmiddellijk kunnen oplossen. We moeten duidelijk maken wat onze bekommernis is, maar ook dat we daar op korte termijn niets aan kunnen doen’.

Ik heb dat probleem pas gaandeweg ontdekt, Ik kom uit het onderwijs. Een leerling die faalde, dat was voor mij een persoonlijke mislukking. Er zijn mensen die te zwak zijn om mee te kunnen. Mijn hele politieke actie is erop gericht dat ik mij daar niet bij neerleg, Maar ik heb ook geleerd hoe frustrerend het is als je niet mee kan.’

Politiek commentator William Pfaff betoogde enkele weken geleden in de International Herald Tribune dat het liberalisme in de jaren zeventig als het ware door een bepaalde economische school werd gekaapt. Harde kapitalistische opvattingen vonden daarna via Ronald Reagan en Margaret Thatcher hun weg naar de politiek en ze veroverden langs modieuze business schools om de wereld. Die evolutie is, volgens Pfaff, mee verantwoordelijk voor een kramp in de samenleving omdat ze mensen tegen elkaar opzet in een uitzichtloze uithoudingsrace. Wij hebben daar in Vlaanderen een woord voor: verzuring.

‘Ik ben het tot op zekere hoogte met Pfaff eens’, zegt de voorzitter van de Liberale Internationale. ‘Het politieke liberalisme heeft zich inderdaad te veel met één welbepaalde economische stroming geïdentificeerd, Milton Friedman, de Public-Choiceschool, Friedrich von Hayek. De boys die het terreurregime van Augusto Pinochet in Chili van advies dienden’.

Dat is niet mijn wereld. Ik heb altijd gevonden dat John Maynard Keynes eigenlijk een liberaal was. Maar het gaat ook hierom: mensen laven zich aan macht. En wat is macht? Macht is beslissen over andere mensen. Neem die jonge, meestal mannelijke producten die opgefokt uit die business schools komen. Hoe ze te keer gaan! De beste is diegene die de meeste mensen ontslaat. Dat is een totale pervertering van het begrip macht. Wij hebben ons daar in de politiek veel te weinig tegen verzet.’

KUNT U HET ZICH VOORSTELLEN? GEORGE W. BUSH HANDELT NAAR DE WAARHEID, ZOALS HIJ ZE ZIET!

Nog net voor ze naar Barcelona vertrekt, zit Neyts in het Egmontpaleis een seminarie voor met Belgische werkgevers, vakbonden en vertegenwoordigers, van niet-gouvernementele organisaties. Onderwerp: het begin van nieuwe onderhandelingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie over de ontwikkelingsagenda die in november van vorig jaar werd afgesproken.

De Belgische regering heeft aandacht voor het probleem. Premier Guy Verhofstadt ontving de anders-globalisten vorig jaar in Gent. Hij wil die oefening dit jaar herhalen. ‘Wat wij doen, past voor een stuk in het opzet van de premier‘, vindt Neyts. ‘Als ik mij een woordje van kritiek op hem mag veroorloven: ik vond dat de vedetten van het anti-globalisme in Gent een beetje te veel naar voren werden geschoven. Die mooie madammen, Naomi Klein, Noreena Hertz. Ik ken het slag. Klein had in de jaren tachtig veel succes met boeken tegen het feminisme. Vrouwen moeten thuis blijven en voor hun familie zorgen, vond ze. En ze reisde zelf de wereld rond om die boodschap te verkondigen.

Maar we moeten natuurlijk de dialoog aangaan. Zeker na 11 september moeten we ons dringend over de kloof tussen arm en rijk buigen. In al die debatten over ontwikkeling mis ik aandacht voor de politieke kant van de zaak, voor de stevigheid van politieke structuren. We moeten kennis overbrengen om het embryo van een administratie, een regering, een parlement te laten werken. Iedereen praat altijd over mensenrechten, maar niemand vraagt zich af of er structuren zijn om die te laten naleven. Bijvoorbeeld: wie leert de mensen in de ontwikkelingslanden hoe ze een politieke partij moeten opbouwen? We helpen meestal wel bij de organisatie van verkiezingen -de piekmomenten in het democratische leven. Maar eigenlijk gebeurt het echte werk toch tussendoor, in het kader van partijen. Het is niet sexy, maar ik vind structuren belangrijk. Het zijn structuren die zorgen voor duurzaamheid.’

De eindejaarsvraagjes van Humo 2001

Uittreksel – 31/12/2001

Belangrijkste trend,gebeurtenis, evolutie of trend van dit jaar?
De andere wereld waarin we leven na 11 september, en dat sommigen dat nu tot een cliché proberen te maken, wat het gewoon niét is.

Globalisten en anti-globalisten die communicatiekanalen nodig hebben in plaats van betogingen.
Politieke herverkaveling moet men in Vlaanderen maar eens anders gaan noemen nu het wereldlandschap hertekend werd, kwestie van bescheidener perspectief…

Beste/slechte radio/tv van 2001?
Goed: Een undercover-documentaire van Saira Shah “Beneath the veil” over de Afghaanse vrouwen. Dit jaar weinig TV gezien, want veel in het buitenland. Radio altijd aan in wagen voor nieuws en duiding, allerlei zenders maar toch vaak radio Vlaams Brabant voor dat thuisgevoel…. De Nieuwe Wereld met Friedl Lesage, en “Buitenlandse Zaken” op radio1
Slecht: verslaggevers “ter plaatse” die helaas niets te melden hebben.beste

Boek/film/concert/CD/toneel van 2001?
Het boek «Réflexions sur la guerre, le mal et la fin de l’histoire» van Bernard-Henri Lévy heeft diepe indruk nagelaten. Verder “Le progrès et ses ennemis” van Guy Sorman en bij de romans “A suitable boy” van Vikram Seth en “Le Mort qu’il faut” van Jorge Semprun.
Het “Dagboek van Bridget Jones” van Helen Fielding heb ik met veel plezier gelezen (v.g.), herlezen en zelfs geciteerd – daar kan de film dan alleen een zwakke afdruk van zijn.

Wie wenst u wat toe voor 2002 (ten goede of kwade)?
Aan alle regeringen: onderscheidingsvermogen zodat de strijd tegen terrorisme geen afbreuk doet aan vrijheden en mensenrechten. Aan de Belgische regering: een goede afkickperiode na het voorzitterschap van de Europese Unie. Aan alle dierbaren: dat ik ze in 2002 meer zie

Een fijne avond volgens Annemie Neyts

Bonanza – 5 maart 2001 (WDB) (uittreksel)

“… In Kinshasa beleefde ik een prettige avond, omdat we er met de hele delegatie hebben gegeten in Hotel Memling (…).

Je beseft dan wel: ‘dit is een beetje vreemd want we zijn hier aangenaam aan het dineren in een stad waar de meeste mensen niet genoeg te eten hebben.’ Dat contrast laat je geen minuut los. Ik werd er ook rondgereden in een jeep, voortdurend vergezeld van drie gewapende mannen. Een bodyguard in mijn auto, en nog een auto achter ons. Dat is niet meteen mijn idee van een avondje uit. (Lacht) Enfin, daar kick ik echt niet op. We hebben het in Hotel Memling niet erg laat gemaakt. Ik denk tot half twee. Voor mij mag dat later worden. Een geslaagde avond is er één die lang duurt.

Eigenlijk is een toffe avond voor mij onafscheidelijk verbonden met vriendschap. Mensen terugzien die je lang niet meer hebt gezien. (…) De lokatie is belangrijk. (…) liefst niet lelijk. Daar ben ik zeer gevoelig voor. Ik kan niet goed tegen de absolute smakeloosheid die je soms tegenkomt. Ze hebben ons eens in een hotel in Nice gestoken, waarvan ik dacht: Dit hou ik niét uit. De volgende dag heb ik een ander hotel gebeld en waaileweg, zoals ze in Brussel zeggen. Dat eerste hotel was gewoon agressief lelijk met combinaties van donkerbruin en formica en oranje vasttapijt. Daar word ik depressief van, of zeer kwaad.” (…)