Elite, verraad en zelfcensuur.

Bart Pattyn, hoofddocent Ethiek aan de KU Leuven publiceerde onlangs in  de Standaard een column onder de titel “het verraad van de elite”, waarin hij reageerde op de kritiek die Oscar van de Boogaard eerder had geleverd op de vermeende truttigheid van de nieuwe Nederlandse regering.

Professor Pattyn beweert met grote stelligheid dat vandaag aan levensstijlen, voorkeuren en preferenties een vrijblijvend karakter wordt toegeschreven en dat het niet uitmaakt wat iemand in zijn leven verkiest, als hij of zij het maar de moeite waard vindt. “Dat is vrijheid”, schrijft hij. Vervolgens stelt de auteur de vrijblijvendheid van morele en esthetische keuzes aan de kaak, vrijblijvendheid die hij – het was te verwachten- op de stoep van het liberalisme deponeert.

De liberale adoratie voor de individuele vrijheid heeft er volgens hem toe geleid dat elk “oordelen” als een “veroordelen” wordt gezien, waardoor “een mentaliteit” is ontstaan waarin geen “beter” of slechter” meer gelden, alleen een “anders”, en ter staving citeert hij zowaar uit een tango “todo es igual, nada es mejor”, citaat waarin het adjectief  “anders” overigens niet voorkomt.

Liberalen, bevestig ik, zijn inderdaad voorstanders van de individuele vrijheid en gaan uit van het beginsel dat de mensen de zingevers zijn van het eigen bestaan, en dat ze gerechtigd zijn tot “the pursuit of happiness” naar best inzicht en vermogen. Dat is echter iets heel anders dan de vrijblijvendheid van levenskeuzes voorstaan. “Vrijblijvendheid” begrijp ik als “zonder gevolgen”. In de commerciële sfeer bijvoorbeeld een auto testen, zonder enige verbintenis hem te kopen. Op ethisch vlak betekent   “vrijblijvendheid” voor mij het stellen van daden, of het maken van keuzes zonder er de gevolgen van te willen dragen. Vrijheid zonder verantwoordelijkheid als het ware. Bijvoorbeeld een kind verwekken en het aan zijn lot overlaten. Daar zijn de liberalen geenszins voorstander van, wel integendeel.

We vinden dat er voor dat kind moet worden gezorgd wanneer de ouder(s) het niet doen, maar we hebben nooit ouders ontslagen van de plicht om voor hun kind(eren) te zorgen. Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn voor ons onlosmakelijk met elkaar verbonden. Meer nog, we stellen steeds weer dat de vrijheid van het ene individu eindigt waar de vrijheid van het andere individu begint. In het leven van alledag lukt het niet altijd om die verschillende vrijheden op behoorlijke wijze met elkaar te verzoenen, maar dat is nog iets anders dan vrijblijvendheid, dan het negeren van de gevolgen van de zelf gemaakte keuzes.

Nu ik mijn punt op dit stuk heb gemaakt, vraag ik me af waar professor Pattyn het eigenlijk over heeft. Hij ergert zich aan bepaalde levensstijlen, voorkeuren en preferenties, en is van oordeel dat die niet allemaal evenveel waard zijn, noch allemaal even hoogstaand of aanbevelenswaard, maar dat het heersende klimaat van “vrijblijvendheid” het politici (en moralisten) moeilijk maakt om daarvoor uit te komen. Doen ze het toch, dan lopen ze het gevaar truttig of zeurderig te worden bevonden.

En vermits de auteur liever niet truttig wordt gevonden, roept hij Theodore Dalrymple, ter hulp, “een Brits psychiater en befaamd columnist” die de elites verwijt verraad te plegen omdat ze geen “beter” meer willen voorstaan. Misschien helpt het citaat ons te begrijpen waar Pattyn het over heeft. Hij citeert Dalrymple als volgt “Als de toonaangevende klasse weigert bepaalde praktijken moreel en cultureel verwerpelijk te noemen, staat het de onderklasse vrij te denken dat het leven alleen maar interessanter zal worden als men kan opteren voor nog meer roddel, bier, seks en televisie.”

Meteen rijst de vraag welke praktijken moreel en cultureel verwerpelijk moeten worden genoemd, om de “onderklasse” -het woord alleen al- voor nog meer miserie te behoeden? Het lezen van bijvoorbeeld Humo, Ché of Dag Allemaal (rubriek roddel), het meedoen aan en kijken naar reality-tv (rubriek televisie), teveel drinken (rubriek bier), teveel seks (rubriek seks natuurlijk)? Of zou het om iets anders gaan, iets veel meer fundamenteels?

De meest spraakmakende beslissing   van de Nederlandse regering, om wie het toch allemaal begonnen was, betrof de toelating voor ambtenaren van de burgerlijke stand om te weigeren mensen van dezelfde sekse te huwen, wanneer die ambtenaren daar gewetensproblemen mee hebben. Aan Nederlandse ambtenaren wordt dus de mogelijkheid geboden om door het weigeren zo’n huwelijksverbintenis te sluiten  hun afkeuring duidelijk te maken, en meteen ook duidelijk te maken dat in hun ogen een huwelijk alleen maar een verbintenis van een man en een vrouw kan zijn.

Het individuele, private geweten van een ambtenaar mag van de Nederlandse regering zwaarder wegen dan het openbare, collectieve en wettelijk   verbod op discriminatie. Een merkwaardig individualistische stelling vanwege een regering waarin geen liberalen zetelen vind ik, en een stelling waarmee ik het grondig oneens ben. Professor Pattyn maakt nergens nog maar een allusie op dit voornemen van de Nederlandse regering, en ik weet dus niet hoe hij erover denkt. Uit zijn artikel blijkt echter wel   overduidelijk dat ook hij oordeelt dat niet alle keuzes evenwaardig zijn, dat er “goede” en “slechte” keuzes zijn, dat niet alle levensstijlen, voorkeuren en preferenties elkaar waard zijn, en dat bepaalde praktijken moreel en cultureel verwerpelijk zijn.

Aan het slot van zijn bijdrage schrijft hij   dat de heersende vrijblijvendheid en zelfcensuur “vreet aan het kritisch potentieel om schrijnende, onmenselijke of absurde praktijken aan de kaak te stellen.” Maar nog steeds komen we niet te weten wat dan wel die schrijnende, onmenselijke of absurde praktijken zijn. Moet ik ze opnieuw gaan zoeken onder de rubrieken “roddel, bier, seks en televisie”, of viseert professor Pattyn andere praktijken, bijvoorbeeld de praktijken die gewetensbezwaarde Nederlandse ambtenaren voortaan mogen weigeren te officialiseren?

Teveel zelfcensuur leidt inderdaad tot kwalijke veronderstellingen en jammerlijke misverstanden , daarover ben ik het met professor Pattyn volledig eens.

Annemie Neyts

Minister van Staat

Europees Parlementslid

Voorzitter van de Europese Liberale Partij.