Stemtesten, peilingen allerhande: de kar voor het paard!

Foto: Unsplash

De verkiezingen grijpen plaats over een tiental dagen, maar de burgers worden al wekenlang via alle traditionele media aangezet om met testen uit te zoeken “welke partij het best bij hun past”, en vervolgens worden ze om de haverklap geconfronteerd met hun eigen kiesintenties, via allerlei peilingen, en populariteitspolls.

De vraag rijst hoe vrij en onbevangen de burger zich naar het stemhokje zal begeven om er te stemmen voor het federale parlement, het regionale parlement en het Europese parlement.

Je kan je zelfs afvragen of het wel de bedoeling is van de auteurs van stemtesten en peilingen, en polls dat de burger vrij en onbevangen zou stemmen, dan wel of het de bedoeling is de kiezers gericht te laten stemmen.

Stemtesten beïnvloeden kiezers, dat is gebleken uit verschillende post-electorale enquêtes en onderzoek. De auteurs van de testen beweren bij hoog en bij laag dat hun enige bedoeling erin bestaat de burgers te helpen een beredeneerde keuze te maken, door ze te confronteren met 35 standpunten die gepuurd zijn uit analyses van partijprogramma’s en, al naargelang de antwoorden van de geteste persoon het dichtst aansluiten bij de standpunten van deze of gene partij, wordt hun gemeld dat deze of gene partij het best bij hun past en wordt dus eigenlijk gesuggereerd dat ze best voor die partij kunnen stemmen. En dat heeft dus effect, zo is gebleken.

De meest gelezen opinieweekbladen hebben vervolgens uitgepakt met een soort vervolgtest: lijsten van tien standpunten per geteste partij om de lezer de kans te geven de gegrondheid van de eerste uitkomst na te gaan; past deze of gene partij echt bij hem/haar?

Ik vind dat op het randje van de kiezermanipulatie.

Democratie is geen kwestie van “passen bij”. “Passen bij” dat betreft outfits, kapsels, vervoermiddelen, of in het ergste geval, huisdieren. Democratie is zorgen voor zoveel mogelijk welzijn en welvaart voor zoveel mogelijk mensen, en dat is niet enkel een kwestie van standpunten, maar vooral van de bekwaamheid om dingen in gang te zetten, om fouten te corrigeren, om te innoveren waar nodig, en te conserveren waar nuttig . Democratie is de samenleving zo organiseren dat mensen van verschillend allooi vreedzaam kunnen samen leven in veiligheid. Democratie is dus niet de zoektocht naar maximale congruentie en convergentie, maar het aanvaarden van verschillende opinies en meningen, kortom, zowat het omgekeerde van datgene wat de stemtesten beogen.

Er is nog meer aan de hand.

Met hun stemtest voeden de auteurs en de verspreiders de illusie dat in ons land en met ons politiek systeem, een politieke partij, om het even welke, in staat zal zijn haar standpunten integraal en onverkort om te zetten in beleid. Dat is bijna nooit het geval omdat al onze regeringen coalitieregeringen zijn en elke regeringspartner dus water in de wijn moet aanvaarden. De stemtest draait dus gegarandeerd uit op desillusie, en eventueel woede. Geen van beide zijn bevorderlijk voor een democratische ingesteldheid.

Vooraleer ik het kapittel stemtest afsluit, een laatste absoluut fundamentele bekommernis: wat gebeurt er met de meer dan 1 miljoen antwoorden? Wie bewaart ze, worden ze gebruikt voor verder onderzoek, en zo ja, voor welk onderzoek? Ik zou ook graag weten wie de stemtesten betaalt, de organiserende universiteiten, de kranten die ze publiceren, of beide?

Nu de saga van de stemtesten achter de rug is, en de manipulatie heeft gespeeld, nu komen de kranten met gedegen analyses en vergelijkingen van de partijprogramma’s.

Waarom niet eerder, waarom niet andersom? Eerder geen tijd gehad, voorrang voor het sensationele, het spectaculaire, concurrentie tussen mediagroepen?

Laten we hopen dat de democratie niet het kind van de rekening wordt en dat de burgers met zorg wikken en wegen voor wie ze zullen stemmen, ongeacht wat de stemtesten hun ook hebben voorgehouden.

Annemie Neyts-Uyttebroeck
Minister van Staat