De Europese Diplomatieke Dienst (EEAS)

Annemie Neyts schreef in opdracht van de commissie buitenlandse zaken van het Europees Parlement haar visie op de Europese diplomatieke dienst (European External Action Service). Deze werd door de commissie buitenlandse zaken en later door het Europees Parlement bekrachtigd. In twee minuten (want helaas in zo’n groot parlement moet alles beknopt) mocht ze haar visie toelichten voor de plenaire vergadering op woensdag 21 oktober te Straatsburg.

 

Voorzitter, sommige collega’s hebben het nodig gevonden om ons tijdens hun interventies lessen in democratie te proberen geven. Mag ik er daarom op wijzen dat wij er, zowel in de Commissie constitutionele zaken als in de Commissie buitenlandse zaken, waar ik het advies heb mogen uitwerken, voor gezorgd hebben dat de bespreking en de stemming over onze respectieve teksten pas plaatshad nadat de uitslag van het Ierse referendum was gekend? Dit uit respect voor wat de Ierse bevolking zou zeggen. Gelukkig hebben ze “ja” gezegd, want ze hadden ook “nee” kunnen zeggen. Wij hebben daar rekening mee willen houden, en ook met de vergadering volgende week van de Europese Top. Zodoende moesten wij in enorm korte tijd komen tot bespreking en tot teksten. Diezelfde collega’s die lessen in democratie willen geven, hebben daar natuurlijk ook over geklaagd. Maar dit terzijde.

Wij beleven vandaag een bijzonder belangrijk moment. Onze teksten die onze opinie geven over wat de toekomstige Europese Dienst voor extern optreden moet zijn, luiden een nieuw tijdperk in voor de Europese Unie. Diegenen onder ons die de evolutie van de Unie sinds jaren volgen, die zich de eerste bescheiden stappen herinneren op het gebied van buitenlands beleid, laat staan veiligheids- en defensiebeleid, van het Verdrag, eerst van Maastricht, daarna van Amsterdam, hebben misschien zoals ik toen, gedacht dat wat wij vandaag beleven, nooit zou gebeuren, dat het nooit zou lukken om de premisse te leggen van een gemeenschappelijke Europese diplomatie.

Diegenen onder ons die aandachtig gevolgd hebben hoe de ideeën in dit verband geëvolueerd zijn, zullen zich ook nog herinneren dat niet langer dan enkele maanden geleden een aantal van onze nationale diplomatieke diensten hoegenaamd niet bereid waren om meteen een soort van big bang te aanvaarden, waarbij alle huidige delegaties meteen vanaf de eerste dag onder de autoriteit zouden worden gebracht van de toekomstige Hoge Vertegenwoordiger. Ik verheug mij daar ten zeerste over.

Vanuit mijn eigen politieke en regeringsverantwoordelijkheid in vorige politieke levens weet ik dat niets eenvoudig zal zijn. Wij beleven echter een belangrijk moment en ik hoop dat we met een zeer grote meerderheid dit verslag zullen goedkeuren.