Komt voedsel dan niet uit de supermarkt?

Komt voedsel dan niet uit de supermarkt?

 

Over de voedselcrisis is al heel wat geschreven en gezegd, en toch bleef ik op mijn honger. Aanvankelijk leken echte of vermeende experts er vooral de bevestiging in te zien van wat ze al de hele tijd hadden gedacht.

 

Vegetariërs gaven de vleesconsumptie de schuld; anti–kapitalisten wezen beschuldigend naar speculanten; anderen vonden er vooral redenen in om het gemeenschappelijk landbouwbeleid te schofferen. Hoog tijd dus om specialisten vanuit verschillende hoeken bij elkaar te brengen in de hoop enige klaarheid te krijgen. Dat heb ik samen met het Liberaal Kenniscentrum van Open VLD gedaan.

 

Professor Tollens, landbouweconoom en FAO–expert; Geert Noels, hoofdeconoom van Petercam; Koen Doens, kabinetschef van Ontwikkelingscommissaris Louis Michel; Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond en Jan Aertsen, voormalig directeur van Vredeseilanden, gingen in debat in de zetel van Open VLD.

 

Daaruit leerden we eerst en vooral dat er een echte voedselcrisis woedt die vele, verschillende oorzaken heeft en die niet vanzelf zal verdwijnen.   Laten we met de prijzen beginnen. Tarwe, rijst en maïs, basis voedingsproducten voor mensen en dieren zijn gestegen met 60 tot 100 procent op één jaar tijd. Naar verluidt zijn die stijgingen kleiner dan deze die volgden op de oliecrisis van 1073-1974, maar dat maakt ze niet minder dramatisch voor mensen met geen of een klein inkomen, zowel bij ons als in de ontwikkelingslanden.

 

De oorzaken voor die stijgingen zijn veelal structureel. Sommige ervan betreffen de vraagzijde. De welvaartstijging in China, India en Vietnam leidt tot een groter vraag en tot veranderingen in de eetpatronen.Chinezen eten meer vlees, en runderen en varkens eten op hun beurt veel graan. Dus de vraag naar granen stijgt. Aan de aanbodzijde spelen enerzijds conjuncturele elementen zoals slechte oogsten wegens teveel of te weinig water, maar vooral structurele elementen.

 

Terwijl in Europa slechts 1% van de granen gebruikt worden voor biobrandstof, wordt in de VS 30% van de maïs gebruikt voor de (zwaar gesubsidieerde) productie van ethanol. Dit leidt tot een daling van het aanbod. Het aanbod wordt tevens beperkt door structurele mankementen in veel ontwikkelingslanden. Afwezige of slechte infrastructuur bemoeilijkt de aanvoer en het verkeer van voedselproducten. Hoge import–en uitvoertaksen hebben hetzelfde effect.

 

Dikwijls onderschat, is het effect van de explosieve verstedelijking in vele werelddelen. Boeren die naar de steden trekken worden van producenten, consumenten. Onlangs nog vertelde een Nigeriaans parlementslid me dat de bevolking van de hoofdstad Abuja meer dan 12 miljoen mensen telt die overwegend van het platteland komen. Dat zijn dus 12 miljoen consumenten meer, en 12 miljoen producenten minder. Iets gelijkaardigs doet zich in vele Afrikaanse landen voor.

 

Eveneens structureel is de belabberde staat van de landbouw in vele landen. Landbouw was geen prioriteit meer. De productiviteit van de landbouw heeft geen gelijke tred gehouden met de groei van de bevolking en van de vraag.

De stijgende vraag heeft ertoe geleid dat de voorraden op het laagste peil staan sinds 1980. De graanvoorraden dekken nauwelijks twee tot drie weken consumptie, terwijl de voorzichtigheid drie maanden reserve gebiedt.

 

Tengevolge hiervan worden de prijzen zeer gevoelig voor schokken zoals uitvoerbeperkingen en exportheffingen op graan of rijst zoals onlangs gebeurde in Rusland, Oekraïne, China en Vietnam. Naast vraag–en aanbodeffecten, jaagt   de gestegen prijs van productiefactoren de voedselprijzen verder de hoogte in. Meststoffen worden duurder, brandstof eveneens en dat maakt de productie en het vervoer van voedsel duurder.

 

En de speculatie, zult u vragen? De handel in “futures” van grondstoffen en voedselproducten, heeft die er dan niets mee te maken?   Nauwelijks, zeggen de specialisten die aanvoeren dat de handel in financiële producten die verband houden met grondstoffen pas op gang kwam nadat de prijzen fors waren gestegen. Er werd aan toegevoegd dat er overigens behoorlijk wat geld nodig is om te investeren in meer productieve landbouw. Wat de enen speculatie noemen, noemen de anderen investering. In alle geval is het effect van die handel veel kleiner dan het effect van veranderingen in vraag en aanbod.

 

Tijd voor een eerste conclusie en voor eerste aanbevelingen. Er is dus wel degelijk een probleem, en het is structureel. Dat betekent dat maatregelen op middellange en lange termijn zich opdringen. Landbouw moet opnieuw een prioriteit worden, zeker in de ontwikkelingslanden waar twee miljard mensen werkzaam zijn in familiale landbouw. Die is soms schamel, maar kan ook even performant zijn als industriële landbouw.

 

Verbetering van productiviteit, en handhaving of beter nog uitbreiding van landbouwgronden zijn onontbeerlijk, wil men de wereldbevolking nog kunnen voeden in 2050 wanneer we met negen miljard mensen zullen zijn. Onderzoek en ontwikkeling naar nieuwe, sterke gewassen en zaden is eveneens onontbeerlijk. Dat sommigen zich hardnekkig blijven verzetten tegen ontwikkeling van genetisch gemodificeerde organismen is in deze context steeds moeilijker te begrijpen. Onderzoek is tevens broodnodig naar gewassen die bestand zijn tegen klimaatveranderingen, en naar productiefactoren en methodes die geen petroleum vergen.

 

Wat te doen op korte termijn?

Voor wie 1 of 2 dollar per dag verdient,   betekenen hoge voedselprijzen letterlijk honger. Voedselhulp is noodzakelijk en moet opnieuw op gang komen, maar daarnaast moeten Wereldbank en Internationaal Monetair Fonds van wie vele ontwikkelingslanden afhankelijk zijn, landbouw prioritair stellen. Hetzelfde moet vanzelfsprekend gebeuren in het ontwikkelingsbeleid van de industrielanden dat de jongste jaren slechts voor 5% aan landbouw werd besteed. In het licht van de nieuwe voedselsituatie moet tenslotte het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Unie herbekeken worden.

 

Annemie Neyts –Uyttebroeck

 

Minister van Staat – Europarlementslid

Voorzitter Europese Liberale Partij (ELDR)