Annemie pleit voor ICTY

Het mandaat van het Internationaal Gerechtshof voor het voormalig Joegoslavië moet verlengd worden met twee jaar

De VN Veiligheidsraad wil het Internationaal Gerechtshof voor het voormalig Joegoslavië (ICTY) in Den Haag tegen het einde van 2010 afbouwen. Daar er nog sommigen beklaagden voortvluchtig zijn besloot het Europees Parlement om Annemie NEYTS aan te duiden als rapporteur inzake de toekomst van dit Internationaal Gerechtshof.

Het Europees Parlement roept de Raad van Ministers op om te onderzoeken of het mandaat van het Internationaal Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië (ICTY) met twee jaar moet worden verlengd, en zo ja, om daar dan bij de VN voor te ijveren. De bedoeling is om hopelijk ook de laatste aangeklaagden, Ratko Mladić en Goran Hadžić, door het Hof te laten berechten.Het Europees Parlement roept de Raad van Ministers op om te onderzoeken of het mandaat van het Joegoslavië-tribunaal met twee jaar moet worden verlengd, en zo ja, om daar dan bij de VN voor te ijveren. Dat staat in een verslag van rapporteur Annemie Neyts dat het Parlement vandaag heeft aangenomen.

De Raad van Ministers moet er alles aan doen om Ratko Mladić en Goran Hadžić gearresteerd en berecht te krijgen, zeggen Europarlementsleden. De indruk van straffeloosheid mag niet gewekt worden. Neyts-Uyttebroeck beklemtoont wel dat de wens tot grotere spoed bij de rechtszaken niet ten koste mag gaan van een eerlijk proces. “De erfenis van het Tribunaal zal niet alleen worden bepaald door de vraag of het erin slaagt de verantwoordelijken voor de ernstigste misdrijven die onder zijn jurisdictie vallen te berechten, maar ook door de vraag of dit in overeenstemming geschiedt met de strengste rechtvaardigheidsnormen”, stelt het verslag.

Het Parlement verzoekt de Raad ook om de Veiligheidsraad van de V.N. aan te moedigen om het Joegoslavië-tribunaal voldoende middelen ter beschikking te stellen. Het wil ook dat de bevoegde autoriteiten beter samenwerken met het Tribunaal en het belangrijke documenten overhandigen, die essentieel zijn voor de vervolging van Generaal Ante Gotovina, Mladen Markać en Ivan Cermak.

Ten slotte herinnert Annemie Neyts de Raad aan het belang van het veiligstellen van de erfenis van het Joegoslavië-tribunaal. Ze willen dat de archieven van het tribunaal veilig worden opgeslagen en dat het optreden van de rechtelijke macht in de landen van de Westelijke Balkan ook na de opheffing van het tribunaal kritisch wordt gevolgd.

Het doel van Joegoslavië-tribunaal is alle werkzaamheden (rechtszaken en beroepen) tegen 2011 te voltooien. Het door de Verenigde Naties in 1993 opgerichte Hof onderzoekt schendingen van internationale humanitaire wetten in voormalig Joegoslavië sinds 1991 en vervolgt de verantwoordelijken. Om zijn werkzaamheden tegen 2011 te voltooien, concentreert het Tribunaal zich op de meest hooggeplaatste leiders die ervan verdacht worden verantwoordelijk te zijn voor de misdaden. Rechtszaken tegen minder hooggeplaatste verdachten worden overgemaakt aan bekwame nationale jurisdicties.