Komt voedsel dan niet uit de supermarkt?

Komt voedsel dan niet uit de supermarkt?

 

Over de voedselcrisis is al heel wat geschreven en gezegd, en toch bleef ik op mijn honger. Aanvankelijk leken echte of vermeende experts er vooral de bevestiging in te zien van wat ze al de hele tijd hadden gedacht.

 

Vegetariërs gaven de vleesconsumptie de schuld; anti–kapitalisten wezen beschuldigend naar speculanten; anderen vonden er vooral redenen in om het gemeenschappelijk landbouwbeleid te schofferen. Hoog tijd dus om specialisten vanuit verschillende hoeken bij elkaar te brengen in de hoop enige klaarheid te krijgen. Dat heb ik samen met het Liberaal Kenniscentrum van Open VLD gedaan.

 

Professor Tollens, landbouweconoom en FAO–expert; Geert Noels, hoofdeconoom van Petercam; Koen Doens, kabinetschef van Ontwikkelingscommissaris Louis Michel; Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond en Jan Aertsen, voormalig directeur van Vredeseilanden, gingen in debat in de zetel van Open VLD.

 

Daaruit leerden we eerst en vooral dat er een echte voedselcrisis woedt die vele, verschillende oorzaken heeft en die niet vanzelf zal verdwijnen.   Laten we met de prijzen beginnen. Tarwe, rijst en maïs, basis voedingsproducten voor mensen en dieren zijn gestegen met 60 tot 100 procent op één jaar tijd. Naar verluidt zijn die stijgingen kleiner dan deze die volgden op de oliecrisis van 1073-1974, maar dat maakt ze niet minder dramatisch voor mensen met geen of een klein inkomen, zowel bij ons als in de ontwikkelingslanden.

 

De oorzaken voor die stijgingen zijn veelal structureel. Sommige ervan betreffen de vraagzijde. De welvaartstijging in China, India en Vietnam leidt tot een groter vraag en tot veranderingen in de eetpatronen.Chinezen eten meer vlees, en runderen en varkens eten op hun beurt veel graan. Dus de vraag naar granen stijgt. Aan de aanbodzijde spelen enerzijds conjuncturele elementen zoals slechte oogsten wegens teveel of te weinig water, maar vooral structurele elementen.

 

Terwijl in Europa slechts 1% van de granen gebruikt worden voor biobrandstof, wordt in de VS 30% van de maïs gebruikt voor de (zwaar gesubsidieerde) productie van ethanol. Dit leidt tot een daling van het aanbod. Het aanbod wordt tevens beperkt door structurele mankementen in veel ontwikkelingslanden. Afwezige of slechte infrastructuur bemoeilijkt de aanvoer en het verkeer van voedselproducten. Hoge import–en uitvoertaksen hebben hetzelfde effect.

 

Dikwijls onderschat, is het effect van de explosieve verstedelijking in vele werelddelen. Boeren die naar de steden trekken worden van producenten, consumenten. Onlangs nog vertelde een Nigeriaans parlementslid me dat de bevolking van de hoofdstad Abuja meer dan 12 miljoen mensen telt die overwegend van het platteland komen. Dat zijn dus 12 miljoen consumenten meer, en 12 miljoen producenten minder. Iets gelijkaardigs doet zich in vele Afrikaanse landen voor.

 

Eveneens structureel is de belabberde staat van de landbouw in vele landen. Landbouw was geen prioriteit meer. De productiviteit van de landbouw heeft geen gelijke tred gehouden met de groei van de bevolking en van de vraag.

De stijgende vraag heeft ertoe geleid dat de voorraden op het laagste peil staan sinds 1980. De graanvoorraden dekken nauwelijks twee tot drie weken consumptie, terwijl de voorzichtigheid drie maanden reserve gebiedt.

 

Tengevolge hiervan worden de prijzen zeer gevoelig voor schokken zoals uitvoerbeperkingen en exportheffingen op graan of rijst zoals onlangs gebeurde in Rusland, Oekraïne, China en Vietnam. Naast vraag–en aanbodeffecten, jaagt   de gestegen prijs van productiefactoren de voedselprijzen verder de hoogte in. Meststoffen worden duurder, brandstof eveneens en dat maakt de productie en het vervoer van voedsel duurder.

 

En de speculatie, zult u vragen? De handel in “futures” van grondstoffen en voedselproducten, heeft die er dan niets mee te maken?   Nauwelijks, zeggen de specialisten die aanvoeren dat de handel in financiële producten die verband houden met grondstoffen pas op gang kwam nadat de prijzen fors waren gestegen. Er werd aan toegevoegd dat er overigens behoorlijk wat geld nodig is om te investeren in meer productieve landbouw. Wat de enen speculatie noemen, noemen de anderen investering. In alle geval is het effect van die handel veel kleiner dan het effect van veranderingen in vraag en aanbod.

 

Tijd voor een eerste conclusie en voor eerste aanbevelingen. Er is dus wel degelijk een probleem, en het is structureel. Dat betekent dat maatregelen op middellange en lange termijn zich opdringen. Landbouw moet opnieuw een prioriteit worden, zeker in de ontwikkelingslanden waar twee miljard mensen werkzaam zijn in familiale landbouw. Die is soms schamel, maar kan ook even performant zijn als industriële landbouw.

 

Verbetering van productiviteit, en handhaving of beter nog uitbreiding van landbouwgronden zijn onontbeerlijk, wil men de wereldbevolking nog kunnen voeden in 2050 wanneer we met negen miljard mensen zullen zijn. Onderzoek en ontwikkeling naar nieuwe, sterke gewassen en zaden is eveneens onontbeerlijk. Dat sommigen zich hardnekkig blijven verzetten tegen ontwikkeling van genetisch gemodificeerde organismen is in deze context steeds moeilijker te begrijpen. Onderzoek is tevens broodnodig naar gewassen die bestand zijn tegen klimaatveranderingen, en naar productiefactoren en methodes die geen petroleum vergen.

 

Wat te doen op korte termijn?

Voor wie 1 of 2 dollar per dag verdient,   betekenen hoge voedselprijzen letterlijk honger. Voedselhulp is noodzakelijk en moet opnieuw op gang komen, maar daarnaast moeten Wereldbank en Internationaal Monetair Fonds van wie vele ontwikkelingslanden afhankelijk zijn, landbouw prioritair stellen. Hetzelfde moet vanzelfsprekend gebeuren in het ontwikkelingsbeleid van de industrielanden dat de jongste jaren slechts voor 5% aan landbouw werd besteed. In het licht van de nieuwe voedselsituatie moet tenslotte het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Unie herbekeken worden.

 

Annemie Neyts –Uyttebroeck

 

Minister van Staat – Europarlementslid

Voorzitter Europese Liberale Partij (ELDR)

Stockholm aan de Zenne

Lange gijzelingen slaan diepe psychologische wonden die slechts langzaam helen, zowel bij gijzelaars als gegijzelden. Er ontstaat daarenboven een vreemde band tussen gijzelaars en gegijzelden, een perverse solidariteit tussen zij die opgesloten zijn en zij die opsluiten. Niet zelden groeit er wantrouwen en zelfs vijandschap jegens de buitenwereld die onmogelijk kan begrijpen wat de actoren van de gijzeling doormaken. Hoe langer de gijzeling, hoe groter het verlies van elementaire werkelijkheidszin, hoe moeilijker het afkicken, hoe pijnlijker het herstel. Daaraan moest ik meermaals denken bij het gadeslaan van de eindeloze onderhandelingen van afgelopen zomer, herfst en winter. Daaraan en ook aan “Huis Clos” van Sartre . “L’enfer, c’est les autres”, nietwaar?

 

En laat niemand denken dat ik ook maar één dag verlangd heb om bij het Kasteelgezelschap te behoren, of dat mijn overpeinzingen ingegeven zijn door nijd, spijt of afgunst. Neen, ik probeer te begrijpen, te doorgronden. Niet zozeer de politieke achtergronden want die zijn simpel, maar de psychologische mechanismen die tot de huidige verdwazing hebben geleid. Wat is hier in godsnaam aan de hand, zo vraag ik me nu al maanden af. Wat bezielt mijn politieke collegae om zich zo te gedragen? Wat bezielt de media, de Vlaamse nog veel meer dan de Franstalige, om politiek in België te herleiden tot een (slechte) soap? En hoe is het allemaal begonnen?

 

De RTBF uitzending met een fake bericht in een fake journaal, maar gebracht door een heuse journalist, dat Vlaanderen België eenzijdig had opgeblazen, was een eerste veeg teken. Hier werd fictie voorgesteld als realiteit, en omdat zoveel Franstaligen geen enkele rechtstreekse voeling meer hebben met de Vlaamse realiteit, ging het fake journaal er bij vele kijkers in als zoete koek.

 

Tussen haakjes, wij die ons terecht zorgen maken over de gevolgen van een onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo, springen wel heel lichtzinnig om met ons eigen land, alsof ons land van een andere orde zou zijn, van een hogere, onaantastbare orde, of van een lagere onbeduidende categorie. Een politieke fictie als het ware, waarmee je naar hartenlust kan dollen.

 

Maar terug naar Hertoginnendal. Terwijl de onderhandelaars wekenlang aan de slag waren, waren ook twee TV–ploegen aan het werk, een Franstalige en een Nederlandstalige. Ze zouden elk een beeldverslag van de onderhandelingen maken, aan de hand van beelden en interviews met enkele deelnemers die hun medewerking hadden toegezegd. Tegen de afspraken in, zond de RTBF haar verslag uit nog voor er een nieuwe regering was; de VRT wachtte netjes zolang. Ik vind die verslagen merkwaardig. Ze hebben me niet echt wijzer gemaakt, maar ik vond het fascinerend te aanschouwen hoe de makers en deelnemers de werkelijkheid fictionaliseerden, nog voor ze goed en wel voorbij was. Ze maakten geschiedenis zullen ze gedacht hebben, maar dat deden ze nauwelijks. Ze maakten fictie. Ze werden makers en deelnemers van een reality show, ze transformeerden de realiteit in een show, zij het dan een nieuwsshow. De realiteit zou worden verknipt en herschikt, dat wisten ze toch allemaal. Zes maanden onderhandelingen samenballen tot een uur televisie, dat kan niet anders dan een gecomprimeerde, gereduceerde en dus gemanipuleerde versie van de werkelijkheid opleveren.

 

De formatie werd aldus gefictionaliseerd terwijl ze   nog volop aan de gang was, en de uitkomst nog niet was gekend.

Politiek werd een episode van “Het Leven zoals het is”, “Peking Express” of, horresco referens, van “Big Brother”.

 

Maar het verhaal is niet ten einde. Na de fictionalisering van de politieke werkelijkheid, krijgen we nu de serialisering. Van Charles Dickens wordt verteld dat Londenaars urenlang aanschoven om als eersten zijn nieuwste aflevering van bijvoorbeeld Oliver Twist te lezen. Ik vrees dat de Wetstraatserie minder bijval zal kennen. Om te beginnen is het nieuwe er allang af. Oh neen, niet nog eens denk ik bij elke nieuwe aflevering.

 

Behalve serialisering (het herleiden van werkelijkheid tot afleveringen van fictie) is hier nog iets anders aan de hand: de finale ontluistering van het politieke bedrijf en van al wie er van ver of dichtbij iets mee te maken heeft. Alles en iedereen moet er deze keer aan geloven, met inbegrip van het staatshoofd. Iedereen moet het ontgelden, want van elkeen worden liefst de kleinere kantjes belicht. Nu weten we dus finaal dat onze onderhandelaars ook maar gewone mensen zijn. Wat een revelatie!

 

Maar dank zij wie weten we dat? Dat wordt ons onthouden. Waarschijnlijk om de nieuwsgierigheid aan te scherpen, blijven de bronnen anoniem. Op die manier is niemand verantwoordelijk en iedereen verdacht. Vanuit de comfortabele anonimiteit wordt deze ontluistering ingezet, met als kroonstuk (als ik zo mag zeggen) het relaas van gesprekken met het staatshoofd.

 

Onthullen wat er door het staatshoofd is gezegd, en wat men hem heeft verteld, gaat in tegen alle geplogenheden en maakt het hem onmogelijk zijn taak naar behoren te vervullen. Wellicht is dat trouwens de bedoeling. En als het niet de bedoeling was, getuigt het van domheid.

 

Hopelijk luidt deze serie niet het begin in van een nieuwe trend, maar het einde van de politiek als gijzeling.

 

Annemie Neyts

Minister van Staat

Europees Parlementslid

Annemie over het voortbestaan van de federale staat

Annemie sprak op Radio Eén in het programma “De Ochtend” over het verderbestaan van de federale staat België.

Hier vind je het interview met Annemie in het programma “De Ochtend” op Radio Eén.

Voor diegenen die niet het hele programma willen horen, het interview begon om 8 uur 34.

Hieronder vind je het Federaal Pact waarvan sprake:

 

Dit Pact, een initiatief van de vzw BPlus (www.bplus.be), heeft de ambitie een vertrouwensklimaat te scheppen tussen de politieke verantwoordelijken van Noord en Zuid alsook tussen de inwoners van de Gemeenschappen en   Gewesten waaruit België bestaat. Hiermee wensen wij bij te dragen tot een positieve sfeer, waarin een staatshervorming gerealiseerd kan worden die ten goede komt aan alle Belgen, Vlamingen, Walen en Brusselaars, dit met respect voor elke taalgemeenschap.

 

Zij die dit Pact ondertekenen verbinden er zich toe de erin opgenomen beginselen toe te passen, zonder evenwel zich hierdoor te binden aan B Plus.

 

Het federale Pact heeft de steun gekregen van een aantal “peters en meters”, vooraanstaande Belgische politici van beide zijden van de taalgrens en behorend tot verschillende ideologische stromingen.

 

  • Het federale model, onder meer gebaseerd op de interpersoonlijke solidariteit, is de staatsvorm die het best beantwoordt aan de eigenheid van België en van zijn deelgebieden.
  • De evolutie van dit model mag in geen enkel geval leiden tot separatisme, dat onder welke vorm dan ook dient te worden afgewezen.
  • Wij benadrukken de multiculturele meerwaarde van ons land, waarbij het aanleren van de andere landstalen moet worden aangemoedigd.
  • De nodige regionaliseringen en herfederaliseringen van bevoegdheden zijn alleen geloofwaardig indien ze bijdragen tot het welzijn van alle burgers, in welk Gewest ze ook mogen wonen.
  • Elke institutionele hervorming dient het federale model te moderniseren en efficiënter te maken.
  • Wij geloven in de dialoog, het overleg en het wederzijdse begrip tussen de drie taalgemeenschappen van ons land.
  • De samenwerking tussen de deelstaten betreffende hun respectievelijke bevoegdheden, is essentieel.
  • De federale overheid zal in mechanismen voorzien die belangenconflicten tussen Gewesten en/of Gemeenschappen kunnen oplossen.

Annemie in de keien van de Wetstraat

In De keien van de Wetstraat gaan ze ook op zoek naar de vrouw achter de liberale politica. Wie inspireert Annemie Neyts? Hoe belangrijk is België voor haar? Heeft zij vrienden in de politiek? En wat zijn haar ambities nog?

Annemie Neyts

Vrijdag 30 november 2007

Na meer dan 170 dagen is ons land een hot item in de Franse krant Libération, in Le Monde en bij BBC World. In eigen land wordt het zoveelste ultimatum probleemloos verbroken.

Stand van zaken op dit moment is onduidelijk maar we kunnen’gerust’ zijn, de oranjeblauwe onderhandelaars blijven met elkaar spreken en formateur Leterme zoekt een oplossing.

De vraag is wat de N-VA zal doen. En hoe CD&V daarop zal reageren. In De Keien van de Wetstraat spreken Kathleen Cools en Ivan De Vadder met minister van staat Annemie Neyts van Open VLD. Hoe kijkt zij naar deze vreemde formatie? En welke richting zal, kan of moet dit uitgaan? Loopt ons land schade op en wat antwoordt zij op vragen van haar Europese collega’s?

Bekijk het hier.

Villa Politica in Straatsburg

do 25/10/07 – Villa politica ging deze week naar Straatsburg. Daar werd gedebatteerd over de toekomst van de Europese Unie en over de uitbreiding met Turkije.

Een Unie die de mensen niet meteen beroert. En die ver van ons afstaat. Maar is dat wel zo? Wat doet de EU, wat doet het Europees Parlement?

Wat doet een Europees parlementslid? Lopen ze in het gareel van de lobbygroepen, of luisteren ze naar de mens in de straat?

We laten de debatten zien, en Vlaamse Europese parlementsleden wikken en wegen de heikele thema’s.

Oud-premier Dehaene (CD&V) bijvoorbeeld. Die zag zijn eigen voorstel voor een Europese grondwet indertijd door de neus geboord.

Nu komt een soortgelijk verdrag er wel, wat vindt hij daar nu van? We laten hem evalueren, samen met Dirk Sterckx (Open VLD).

Frieda Brepoels (N-VA) en Mia De Vits (SP.A) leggen uit waarom Turkije wel of niet bij Europa moet.

We hebben het met Ivo Belet (CD&V) over de maandelijkse verhuis van Brussel naar Straatsburg. Ook Annemie Neyts (Open VLD), Koen Dillen (Vlaams Belang) en Bart Staes (Groen!) doen hun zeg.

Annemie op Kanaal Z op zaterdag 13 oktober

In Open Kaart een gesprek met Annemie Neyts, voorzitter van de Europese Liberalen en Bruno Tobback, uittredend Federaal Minister van Leefmilieu en Pensioenen over het verlies van Paars, de aanslepende regeringsonderhandelingen en … vrouwen in de politiek.

Hier vindt u het debat tussen Annemie Neyts en Bruno Tobback op Kanaal Z.

Jos Geysels interviewt Annemie Neyts

Knack: Jos Geysels interviewt Annemie Neyts (10.10.07)

‘De karikatuur van de fabrieksbaas in pitteleer met hoge hoed en een dikke sigaar in zijne kop, doet het nog altijd’, zegt Europees Parlementslid Annemie Neyts (Open VLD). ‘Het gedrag van enkele prominente liberalen houdt dat beeld trouwens in stand. Maar wij zijn al heel lang niet meer de partij van de maatschappelijke elite, want die zit tegenwoordig ergens anders.

 

Neyts neemt duidelijk nog steeds geen blad voor de mond, en meestal wordt er ook naar haar geluisterd. In haar partij, in de Wetstraat en vooral in het Europees Parlement. Haar politieke palmares valt dan ook moeilijk te negeren. Halverwege de jaren tachtig werd de Bruxelloise de eerste vrouwelijke partijvoorzitter van Vlaanderen, daarna legde ze een mooi parcours af als staatssecretaris en minister in zowel de federale als de Brusselse regering, en tegenwoordig is ze minister van Staat en voorzitter van de Europese Liberale Partij. ‘Je ziet dat ik veel aan de liberale partij te danken heb’, zegt ze graag. In al die jaren is ze eigenlijk maar twee keer echt kwaad geweest op haar partij. De eerste keer toen Guy Verhofstadt de voorzittersstoel van haar terugeiste, en meer dan twintig jaar later opnieuw toen ze Karel De Gucht moest laten voorgaan op de lijst voor de Europese verkiezingen.

 ‘Ze houdt net als ik van de Duitse filosofe Hannah Arendt’, zegt Jos Geysels nog voor hij aanbelt bij haar huis in een zijstraat van de ondertussen haast mythische Brusselse Dansaertststraat. Maar dat is niet de enige reden waarom hij net Annemie Neyts wou interviewen. ‘Ik zat nog niet lang in de Kamer toen ik mijn tekst schreef over de manier waarop democratische partijen volgens mij met het toenmalige Vlaams Blok moesten omgaan’, zegt hij terwijl hij in de huiskamer de vele sporen van spannende jobs en verre reizen bekijkt. ‘Collega’s uit verschillende partijen zaten in mijn kleine bureautje te discussiëren of het wel zo’n goed idee was om dat op papier te zetten. Maar jij niet. Jij was meteen overtuigd, nam een pen en ondertekende die tekst.’ Neyts zet haar koffiekop krachtig op een stapel tijdschriften neer. ‘Op dat vlak ben ik nog steeds on-ver-zet-te-lijk’, zegt ze langzaam.

ANNEMIE NEYTS: Geen enkele Vlaams Belanger zal in het Europees Parlement bij mij in de lift stappen, want ze weten dat ik hen niet groet. Ik praat niet met volwassen mensen die volledig bij hun verstand zijn en toch zo’n gedachtegoed aanhangen en verspreiden. De generatie van mijn ouders heeft ondervonden waartoe zulke overtuigingen kunnen leiden, en ik maak me niet de illusie dat zoiets nooit meer kan gebeuren. Onlangs zag ik een interview met Hannah Arendt terug waarin ze vertelde hoe Duitsers in de jaren dertig snel de straat overstaken om toch maar geen joodse medeburger te hoeven passeren. Het verbaast me dat zo weinig mensen die parallellen zien. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog had iedereen, ook in België, de mond vol van de “joodse kwestie”, van die Judenfrage. Wel, vandaag hoor ik verontrustend veel spreken over de ‘moslimkwestie’.

Er zijn vanzelfsprekend verschillen, maar de “Gleichschaltung” waarvan Arendt zo gruwde, is onmiskenbaar aan het werk. De afgelopen twintig jaar ben je altijd heel consequent je ideologie van vrijheid en emancipatie blijven aanhangen. Ik heb de indruk dat je veel minder gedreven wordt door een economisch liberalisme dan veel van je partijgenoten.

NEYTS: Voor een louter economisch systeem zou ik me nooit kunnen inzetten. De economie is voor mij niet meer dan een instrument.

Maar als rechtgeaarde liberaal ben je toch een voorstander van de vrije markt?

NEYTS: Ja, maar ik heb geen enkel probleem met de ongelooflijke reeks ongeschreven regels waar onze economie en zelfs onze hele samenleving op steunt. Als ik iets van jou koop, dan vertrouw ik er bijvoorbeeld op dat het product dat ik heb gekozen inderdaad in goede staat in de doos zit. Zulke afspraken zijn veel fundamenteler dan de bijna 90.000 pagina’s Europese wetgeving die de markt aan banden leggen. Het ergste wat een mensengroep kan overkomen, is immers het wegvallen van alle structuur. Ik herinner me een getuigenis van een kolonel bij de para’s over de VN-missie naar Somalië. Zijn manschappen zouden er alleen voor moeten zorgen dat er niet meer geschoten werd, dacht hij. Maar doordat de hele staatsstructuur was weggevallen, konden ze niet anders dan ook het huisvuil ophalen, lijken wegbrengen en arbitreren bij ruzies. When the state fails, is niets meer mogelijk.

Ik ben het grotendeels eens met socioloog Luc Huyse, die zegt dat we weer over de rol van de staat moeten durven na te denken.

NEYTS: Op sommige vlakken is er in mijn ogen veel te veel overheid, en op andere te weinig. De overheid bemoeit zich vandaag met ons overgewicht, en komt haast controleren of we wel zeven keer per dag een portie groenten of fruit naar binnen werken. Allez kom! Weet je waarom ze zich daar allemaal mee bezighoudt? Omdat ze niet in staat is om de échte problemen van onze tijd aan te pakken: de vrede bewaren en een botsing tussen beschavingen voorkomen. Dan is het natuurlijk veel comfortabeler om te palaveren over de hoogte van de zoveelste verkeersdrempel.

Ik vind bijvoorbeeld wel dat de overheid het recht heeft om in te grijpen in de manier waarop we met energie omgaan.

NEYTS: (denkt na) Dat hangt ervan af hoe. Hier in Brussel, dat nota bene op negen vrij hoge heuvels ligt, wordt iedereen ertoe aangezet om overal heen te fietsen. Het zou toch veel efficiënter zijn om een hartig woordje met de auto-industrie te spreken en die te vragen op welke termijn ze een schone wagen kan fabriceren? Zo vind ik het ook al te gek dat we allemaal spaarlampen moeten kopen terwijl de SUV’s vrolijk door onze straten mogen rijden. Als je met een brandstofzwelgend voertuig wil rijden, moet je daar ook voor betalen. Wel ben ik als de dood voor een systeem waarin de overheid bepaalt wie wanneer en onder welke voorwaarden met welke auto mag rijden. Voor je het weet zijn het alleen nog de beslissers die rijden, en moet de rest te voet gaan.

Hoe lost een liberaal de toenemende verkeersdruk op? Door nog een rijstrook bovenop de Brusselse Ring laten bouwen?

NEYTS: Met rekeningrijden natuurlijk. Als dat in Londen werkt, zou het ook een oplossing kunnen zijn voor onze steden. In volledig autovrije centra geloof ik niet, want daar kunnen sommige mensen gewoon niet meer buitenkomen. Mijn eigen ouders zijn allebei de 85 voorbij. Die mensen kunnen met de beste wil van de wereld niet meer te voet of met de fiets naar de winkel. En straks worden we allemáál ouder.

Beschouw jij jezelf als een links-liberaal?

NEYTS: Ik denk het wel.  Al heb ik me nooit geroepen gevoeld om een links-liberale club op te richten ofzo. Ooit heb ik tegen een geestesgenoot uit mijn partij gezegd: ‘Ik ben niet van plan om Jeanne D’Arc te gaan spelen voor dingen die ons wel dierbaar zijn, maar waarvoor ook jij je nek nooit zou uitsteken.’

In de jaren tachtig had jij het duidelijk moeilijk met het koude neoliberalisme dat toen hoogtij vierde in je partij.

ANNEMIE NEYTS: De toenmalige hardheid en rücksichtslosigkeit van Guy Verhofstadt, die je ook in zijn eerste Burgermanifest terugvindt, was niets voor mij. Zo’n liberaal ben ik nooit geweest.

Later deelde je ook het liberale standpunt niet over migrantenstemrecht of het hoofddoekenverbod.

NEYTS: Een liberale voorman (Patrick Dewael, nvdr.) heeft op een bepaald moment een vrije tribune geschreven waarin hij pleitte voor een verbod op hoofddoeken in openbare diensten. Hij vroeg onze fracties om hun mening, en de grote meerderheid bleek tégen zo’n verbod te zijn. Maar helaas! Zijn tekst was al naar de redactie gestuurd. (proest) Met andere woorden: dat was geen partijstandpunt. Daarom ben ik ook zo op mijn plaats in Open VLD: als het er echt op aankomt is de partij tegen een verbod op hoofddoeken, voor de toetreding van Turkije tot de Europese Unie …

En tégen het migrantenstemrecht.

NEYTS: Mijn standpunt is dat niet. Iedereen heeft altijd geweten dat ik vóór migrantenstemrecht ben, en dat heeft me nog nooit een stem gekost. Ik begrijp niet waar mijn partijgenoten zo bang voor waren. Nog minder snap ik dat Karel De Gucht als partijvoorzitter kon beweren dat hij persoonlijk wel voor dat stemrecht was maar dat de partij zich ertegen moest verzetten. Veel had toen natuurlijk te maken met de druk van figuren als Boudewijn Bouckaert en Jean-Marie Dedecker, die zich opwierpen als de voorhoede van de rechtse vleugel van onze partij. En wat blijkt nu ze weg zijn? Er ís niet zoiets als een rechtervleugel bij Open VLD. Wel zijn er mensen die wat linkser denken en anderen die wat rechtser denken.

Hoe kijkt u als voorzitster van de Europese liberalen naar uw Nederlandse zusterpartij VVD, die onlangs Rita Verdonk uit de fractie heeft gezet?

NEYTS: Weken geleden had ik mijn vrienden bij de VVD al voor mevrouw Verdonk gewaarschuwd. Wij hebben hier natuurlijk iets gelijkaardigs meegemaakt met Dedecker, en daaruit heb ik geleerd dat je partij blijft bloeden zolang zo iemand aan boord wordt gehouden. Met liberalisme heeft mevrouw Verdonk niets te maken. Had het CDA haar een plek in de regering aangeboden, dan had ze wellicht ook toegestemd. Wie de deur openzet voor zulke mensen, haalt zich enorm veel problemen op de hals.

Zoals uw partij met Jean-Marie Dedecker heeft ervaren.

NEYTS: Inderdaad. Politiek is een stiel, en dat wordt veel te vaak vergeten. Het is een mythe dat iederéén aan politiek kan doen. Net zoals het nonsens is dat iemand succesvol zal zijn in de politiek omdat hij nu eenmaal uitblinkt in het zakenleven of in de sport. Bij ons dachten ze ook dat ze met Dedecker een grote vis hadden binnengehaald: een succesvolle judocoach zou ons zeker veel stemmen bijbrengen.

Hij is natuurlijk wel verkozen geraakt, hè, ook met zijn eigen partij.

NEYTS: Hij heeft de kiesdrempel gehaald. Mooi van hem. Maar we gaan nu toch niet doen alsof hij 30 of 50 procent van de mensen heeft kunnen overtuigen zeker? Net zoals vaak wordt vergeten dat CD&V/N-VA helemaal geen meerderheid heeft. Zelfs niet in Vlaanderen. Ze doen wel alsof ze in heel België de absolute meerderheid hebben en daardoor mogen decreteren wat er moet gebeuren. Ik erger me dood aan dat machtsdenken, waar ik telkens weer mee wordt geconfronteerd. Vorige week, bijvoorbeeld, woonde ik in Washington een vergadering over Irak bij met de voorzitter van de Atlantic Coucil, een adviserend orgaan van president George W. Bush. Zegt die man: ‘Will the European Union be able to put its act together this time?’ En een tenger mevrouwtje vulde aan: ‘Will the European Union do wat it has to do?’ Dat moet je tegen mij zeggen, zeker om acht uur ’s morgens. Ik vroeg hen of ze er al eens bij hadden stilgestaan dat wij het misschien niet leuk vinden om gecommandeerd te worden. Die voorzitter repliceerde heel kalm: dat is de manier waarop een superpower zich gedraagt. Tja.

Heb je, net als Jean-Luc Dehaene, het gevoel dat je een politicus van de vorige eeuw bent?

NEYTS: Helemaal niet. Ik geef niet op omdat we toevallig in een moeilijk tijdgewricht zitten.

In 1988 zei je in Humo dat je nog twintig jaar voort wilde doen.

NEYTS: (grijnst) Ik denk dat het nog een beetje langer zal duren. Ik voel dat ik nog bijzonder populair ben, en ik haal nog altijd veel voorkeurstemmen binnen. Bovendien heb ik zin in een tweede termijn als voorzitster van de Europese Liberale Partij.

Politiek is sentiment, beweerde je ooit.

NEYTS: En dat vind ik nog altijd. Waarom blijft iemand jarenlang lid van een politieke partij? Omdat er een moederband ontstaat, omdat je er vrienden maakt…

Cynische politici beweren graag dat een politieke vriend erger is dan een vijand. Zelf kan ik nochtans eerlijk zeggen dat ik binnen mijn partij échte vrienden heb gemaakt.

NEYTS: Ik ook. Dat spreekt vanzelf. Al dat cynisme toont gewoon aan hoe graag mannen de politiek romantiseren. Wat lijden ze toch voor hun stiel! Wat zien ze toch af!

Mánnen romantiseren de politiek?

NEYTS: En nog geen klein beetje! Jullie zijn echte romantici, en jullie doen op een hartstochtelijke manier aan politiek. Als jullie rationeel bezig waren, dan zouden we die hele formatiekomedie nu niet moeten meemaken, hè.

Nochtans zijn de vrouwen die ik in de Wetstraat ben tegengekomen…

NEYTS: Hartstochtelijke wezens? Ja, maar niet in de politiek. Mannen zitten eerst met een rode kop te roepen en te tieren op de banken van het parlement, en vijf minuten later beweren ze dat vrouwen te emotioneel zijn om aan politiek te doen.

Dus als ik het goed begrijp: Karel De Gucht en Guy Verhofstadt zijn romantici?

NEYTS: Natúúrlijk!

Allez Annemie, Karel De Gucht is net iemand die meer ratio in de politiek wil.

NEYTS: Het is niet omdat je dat zegt dat je daar ook naar handelt. Wij kennen allebei episodes uit de politieke loopbaan van Karel die je niet meteen rationeel kunt noemen. Zijn optreden over het stemrecht is daar toch het beste bewijs van?

Zelfs als je ervan overtuigd bent dat je gelijk hebt, moet je kunnen inzien dat de omstandigheden er niet altijd naar zijn om dat gelijk te doen zegevieren. Als je dat niet meer kunt, wordt het gevaarlijk. Bij president Bush heeft dat onvermogen bijvoorbeeld catastrofale gevolgen. Tony Blair is in hetzelfde bedje ziek, en ik vrees dat de Franse president Nicolas Sarkozy, voor wie ik een grote fascinatie heb, ook zulke trekjes heeft. Het allerergste is een politicus die denkt dat hij een missie heeft.

Mogen we nu ook al geen missie meer hebben?

NEYTS: Niet als het een transcendentale missie is, een roeping haast.

Wat is jouw drijfveer om aan politiek te doen?

NEYTS: Dé ultieme drijfveer is natuurlijk het voorkomen van oorlogen. Daarom wil iedereen ook zo graag minister van Buitenlandse Zaken zijn. Dat is nu eenmaal de mooiste job van allemaal. Daarom is het ook zo moeilijk om in Europa een gemeenschappelijk buitenlands beleid te organiseren: geen enkele minister van Buitenlandse Zaken wil die portefeuille afgeven.

Ondertussen heeft België nog altijd geen nieuwe regering. Baart dat je zorgen?

NEYTS: Weet je wat het probleem is? De meeste prominente onderhandelaars komen regelrecht uit een gewest- of gemeenschapsparlement, en hebben amper ervaring met de federale mechanismen. Voor veel Vlaamse politici is het federale niveau allesbehalve een bondgenoot. In het beste geval beschouwen ze het als een bemoeizieke schoonmoeder, maar vaker denken ze dat ze beter af zouden zijn zónder de federale staat. Logisch dus dat de Franstaligen die houding als uiterst bedreigend ervaren. Toch doen de Vlamingen geen enkele moeite om de Franstaligen gerust te stellen. Als het over Afrikaanse landen gaat, pleiten ze allemaal voor confidence building measures, maar in hun eigen land vinden ze dat overbodig.

Heb je er nog vertrouwen in dat de onderhandelaars een oranje-blauwe regering zullen kunnen vormen? Garanties voor een grote staatshervorming zullen ze niet in het regeerakkoord kunnen zetten, hè.

NEYTS: Dat wisten ze toch van tevoren? Verbazingwekkend vind ik dat. Hetzelfde met de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Hoelang weten ze nu al dat we daar met een groot probleem zitten? Het ergste is dat een splitsing alleen een symbolische overwinning kan zijn, zelfs als we er niets extra’s voor hoeven te betalen. Want het zal de Vlamingen minstens twee zetels in Halle-Vilvoorde kosten en één in Brussel. En dat allemaal omwille van de symboliek!

Voor jou hoeft die kieskring niet gesplitst te worden?

NEYTS: Dat was een zeer zinvolle eis zolang we nog unitaire partijen hadden. Toen kwamen Franstalige kopstukken tot diep in het Pajottenland propaganda voeren, en iedereen vond dat doodnormaal. Maar in de jaren zeventig zijn alle partijen opgesplitst in een Vlaamse en een Waalse vleugel, en daardoor is dat probleem vanzelf verdwenen. Mannen als Olivier Maingian (FDF) of Didier Reynders (MR) komen vandaag hoogstens nog naar de faciliteitengemeenten, maar niet verder.

Het Arbitragehof heeft natuurlijk wel geoordeeld dat het niet kan dat er alleen in Vlaams-Brabant geen provinciale kieskring is. Hoe wil je dat dan oplossen?

NEYTS: Het makkelijkst is natuurlijk terugkeren naar de oude indeling van de kieskringen. Alleen geloof ik niet dat de onderhandelaars dat nog zien zitten. Dus is het enige alternatief een splitsing van de kieskring met de garantie dat Franstaligen in Halle-Vilvoorde op Franstalige lijsten zullen kunnen blijven stemmen. Al weet ik niet of dat voor de Franstalige partijen voldoende zal zijn. In elk geval kan er wat mij betreft niet aan de taalgrens worden geraakt. Ik wil zelfs niet overwégen om pakweg Linkebeek, dat maar een halve zakdoek groot is, af te geven. Want als je ook maar de kleinste aanpassing aan de taalgrens toelaat, krijgen al die Franstaligen van Halle-Vilvoorde tot aan het oude arrondissement Leuven weer hoop en wordt een dynamiek op gang getrokken waarvan we niet weten waar die zal eindigen. Héél gevaarlijk.

Wat moeten de Vlamingen dan doen?

NEYTS: Waarom garanderen ze het voortbestaan van de faciliteiten in de Rand niet? In het Europees parlement staan Vlaamse beeldenstormers altijd te roepen en te krijsen ter verdediging van de minderheden in alle andere lidstaten. Maar als het op Vlaanderen aankomt, willen ze daar allemaal niets van horen.

Het lijkt me ook niet slecht dat mensen die over de staatshervorming onderhandelen eens contact zouden opnemen met collega’s die iets van Brussel kennen.

NEYTS: Dat is wel het minste. Zoveel politici hebben zich vergist als het over Brussel ging. Toen de faciliteiten voor Franstaligen in de Vlaamse Rand in het Sint-Michielsakkoord met een bijzondere meerderheid werden vergrendeld, kon ik bijvoorbeeld niet begrijpen waarom de Vlamingen hetzelfde niet eisten voor de taalregeling in Brussel. ‘Niemand zal daar ooit aan durven te raken’, zei toenmalig premier Jean-Luc Dehaene (CD&V) daarop. Niet te geloven. Zelfs Vic Anciaux (toen Volksunie nu Spirit) viel uit de lucht toen ik er destijds voor waarschuwde dat Linkebeek binnen de kortste keren een volledig Franstalig schepencollege zou hebben.

Het gekste idee waar ze ooit in al hun wijsheid mee zijn komen aanzetten was ongetwijfeld dat voorstel om Voeren bij Brussel-Halle-Vilvoorde te voegen. Wij geloofden eerst niet dat ze dat meenden. Uiteindelijk heeft Herman Vanderpoorten, die toen PVV-fractieleider in de Senaat was, de regering naar huis gestuurd met het verzoek haar huiswerk over te doen. Enfin, het toont wel aan waar zulke onderhandelaars toe in staat zijn.

Ik erger me ook vaak aan het gemak waarmee over allerlei scheidingsscenario’s en bijhorende oplossingen voor Brussel wordt gepraat.

NEYTS: Weet je wat ik nog het wonderlijkste vind? Dat Vlamingen die zichzelf separatist noemen er blijkbaar van uitgaan dat we België gewoon in twee stukken kunnen knippen zoals met Tjechoslowakije is gebeurd. Nooit staan die erbij stil dat dit land niet perse ophoudt te bestaan als Vlaanderen zich afscheidt. Als Vlaanderen eenzijdig zijn onafhankelijkheid zou proclameren, betekent dat echt niet automatisch het einde van België.

Stel dat je nu als prille politica je eerste stappen in het parlement mocht zetten: wat zou je eerste politieke daad zijn?

NEYTS: Als bleuke? Zwijgen dat ik zweet, denk ik. (lacht) In 1981 werd ik voor het eerst in de Kamer verkozen en amper drie weken later was ik al staatssecretaris. Paula D’Hondt (CD&V) gaf me toen een raad die ik altijd heb onthouden: verlies nooit het contact met je fractie. En in het halfrond kwam Jean Gol naast me zitten. ‘Ge zijt precies onder de indruk’, lachte hij. ‘Ge vindt dat hier groot zeker? Wel, geniet ervan, want dat gevoel komt niet meer terug. Voor dat ge ’t weet ziet het er hier al veel kleiner uit.’ En hij had gelijk.

De Dames van Staat

100 dagen na de verkiezingen en nog steeds geen regering. Voor Koppen het moment om raad te vragen aan vier vrouwelijke ministers van staat: Miet Smet, Annemie Neyts, Magda Aelvoet en Antoinette Spaak. We brengen ze bijeen in de Muntschouwburg, dat oude Belgische symbool.

 

Dames van Staat

Ze houden zich niet in als hun mening gevraagd wordt over de regeringsonderhandelingen.

 

“Zolang ze zich gedragen als viswijven die voortdurend verklaringen af leggen aan de poorten van Hertoginnedal gaat er niets van komen.” Miet Smet (CD&V) ziet nog steeds haar partijgenoot Leterme als de volgende premier. “Hij vertegenwoordigt wat in Vlaanderen leeft, maar ik vind wel dat hij zich meer moet inleven in de Waalse problematiek.”

Deze vier vrouwen hebben voor hun plaats in de politiek moeten knokken. Antoinette Spaak (FDF) voelde zich in het begin van haar carrière geïsoleerd tussen al die mannen. “Dat gevoel ging gelukkig snel voorbij doordat de mannen meestal beleefd bleven. Maar vrouwen zijn nodig in de politiek en zeker bij onderhandelingen.” Miet Smet sluit zich daar bij aan. “Vrouwen zouden verstandiger zijn en niet altijd in de pers komen met nietszeggende verklaringen. Ik denk ook dat vrouwen zich beter kunnen inleven en meer begrip hebben voor het andere landsgedeelte. Alleszins zeker vrouwen van onze generatie.”

De Dames van Staat voelen zich niet geroepen om deel te nemen aan de onderhandelingen. “Het is aan de huidige generatie om er uit te raken.” Annemie Neyts (Open VLD) hoopt dat er voor het einde van het jaar een akkoord is. “De vraag of België moet gesplitst worden, ligt op tafel. Vlamingen en Walen moeten bespreken waarom ze willen samenblijven en wat er moet gebeuren. Ik denk nog altijd dat we meer gemeenschappelijk hebben dan dingen die ons scheiden.”

Reportage: Johan Ghysens en Lin Delcour

Bulgaarse verpleegsters eindelijk vrij.

Annemie heeft in het Europees Parlement het lot van de 5 Bulgaarse verpleegsters en de Palestijnse dokter die oorspronkelijk ter dood veroordeeld waren in Libië geregeld aan de kaak gesteld. Nu zijn ze eindelijk vrij.

Vandaag zijn ze eindelijk vrij, echt vrij, de 5 bulgaarse verpleegkundigen en de Palestijnse arts die maar liefst 8 jaar hebben vastgezeten in Libië. Ze werden er veroordeeld voor de besmetting van kinderen met Aids, in een ziekenhuis in Bengasi. daarvoor kregen ze eerst de doodstraf, dat werd dan omgezet in levenslang en nu zijn ze uitgeleverd aan Bulgarije waar ze meteen gratie kregen. Het heeft veel voeten in de aarde gehad, veel diplomatie en het blijft onduidelijk wat Libië nu echt in ruil heeft gekregen van Europa. Europarlementslid Annemie Neyts (Open VLD) geeft meer uitleg in het programma “De Wandelgangen” op Radio 1.